Spiegels
Ik zei eens tegen een meisje;
Ik ken een heel lief meisje.
Wil je haar eens zien?
Kijk dan in de spiegel, dan zie je haar misschien.
Later kwam ze naar mij terug. Waarop ze zei;
Ik ken een heel verdrietig meisje.
Ik heb haar vaak gezien.
Ze zit vol verdriet.
Ik keek toen in de spiegel.
Ik wou haar helpen.
Maar spiegels praten niet.