Als steen zo hard is de muur om me heen.
Waarom heb ik jou mijn hart gegeven.
Waarom ben je niet gebleven.
Je zei ik hou van jou.
Waarom zei je ik hou van jou.
Je hebt gelogen, en mij met een ander bedrogen.
Kom terug, geef me mijn hart terug.
Laat me alleen met al mijn verdriet.
Het is beter dat ik nu geen mensen zie(t).