u was mijn derde vader
maar ik was niet gelukkig met u
u had harde ogen
u maakte veel ruzie met mijn moeder
hoe vaak heb ik mijn moeder
niet in tranen gezien
nooit vergeet ik dat u met een bijl
achterop de fiets achter ons aankwam.
ik denk dat u een psychopaat was
vaak lagen mijn zusje en ik
met onze vingers in de oren
als mamma en u ruzie maakten
nee het was geen gelukkige kindertijd
het was een moeilijke tijd
maar op een dag werd u ziek
u kreeg slokdarmkanker
al spoedig had u hele dunne beentjes
ik kreeg medelijden met u
en u vroeg mij u te scheren
wat ik met liefde deed
u had geen kracht meer
ik las u voor uit Jesaja
van de man van smarten
dat vond u zo mooi!
u bent in vrede gestorven
en ik heb gedroomd
dat de heer u tot hem nam.
u was veranderd door uw ziekte.
ik had een haat meer,
maar liefde!