Onuitgesproken jeugd
							ik heb als kind
met zuchtjes wind
mijn leven al beschermd
waaide mee
in het driften van zand
langs een herfstig strand
verzamelde luwte
voor een poos als vorst
zijn snijden tot lijden koos
toch moest ik later
kleur bekennen om mijn
bescherming daarop in te stellen
ik harnaste een
onuitgesproken jeugd 
waarin ik gezichtsloos loog
heb net uit colbert
pantalon en pet mijn 
gevechtspak in elkaar gezet
ben maatschappelijk klaar voor 
de ratrace van gelijk gezinden die bij 
de start zichzelf al niet kunnen vinden