zij kende het pad
draaide de bocht naar 
een uitlichtende zon
schiep een paradijsje
in de luwterijke kom
landschap was
haar kleedje in 
de dagelijkse tooi
seizoengebonden 
en innoverend mooi
zij ontving het
vriendenbezoek dat
op vleugjes wind werd 
gedragen en cirkelend 
entree maakte
er was voor
elk iets speciaals
stuifmeel en dauw 
tot honing voor hen
die zich koning waanden
in dit ontspannen geruis
voelde eenieder zich thuis
ook zij die geen vrienden
waren maar deze passie voor 
een ander tijdstip bewaarden