zij had 
lichtjes in 
haar ogen die
nooit leken te doven
in nabeeld
gloeiden en ons
mateloos boeiden
omdat zij ze had
nog hoorde
je deuren
en de treden
van de grote trap
je dacht dat zij
beneden was
ging in controle
zachtjes kijken
maar er gaf
niemand thuis
in dit huis  dat
toch zo eigen was
weer boven 
zat zij voor 
te lezen voelde 
jij het warme bed
ze lachte toen
haar ogen keken
het voelde goed om 
een geheim te delen