Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Lijnen van leven
het voelt
nooit alleen
er is altijd wel een
glimp van een lach
de verstolen blik
die zonder te spreken
zijn warmte komt geven
in een samen moment
vaak onbekend
maar in weten
kruisen lijnen van
leven elkaar overal
is de hand
op het hart het
tijdloze teken
dat alles nog klopt
wij delen de velen
die naast ons staan
ons verschijnen afwachten
in de hoop dat het beter gaat
deze energie
geeft vitaliteit
nooit meer alleen zijn
maakt ons meer dan rijk
In scheppingskwaliteit
kom wandel
met mij mee
de lege bossen in
en vind jezelf terug
fluister met bomen
zie hoe zij hun
plaats verdedigen
naar lichter dromen
proef de
zomergeur die
warm doorstoofd
hangt in donker loof
weet je een
met leven zonder tijd
alleen seizoenen tellen
tot het oogsten is bereikt
dan geeft
de kou respijt
na rust en reparatie
is alles weer lentebereid
ervaar leven
in scheppingskwaliteit
het bos is er voor ons in
dialogische dienstbaarheid
Het laatste stukje
steeds ontbreken
wat belangrijke stukjes
heb mijn puzzel nog
niet gelegd vandaag
het is maar
de vraag of dat lukt
meestal heb ik niet
het geluk die te vinden
in vorm en kleur
kan ik ze wel beschrijven
maar het ultieme moment
van passen zal ook nu uitblijven
weet dat eens de dag zal komen
die het plaatje completeert
ik ben het laatste stukje maar heb
het sluiten nooit echt geprobeerd
In talloze decors
ik heb ze
zien lopen in
het licht van weten
hoe ze eruit zagen
ben ik in pure
verbazing vergeten
lichtende vormen
kleurrijk in
voortdurend bewegen
kon hun warme
empathie voelen zonder
angst over hun bedoelen
zij openden
dimensies die ik
nog nooit had gezien
onbenoembaar
in woorden maar
alles voelde zo eigen
ik speelde rollen in
talloze decors alsof ze op
mijn lijf waren geschreven
schrok toen ik
heden herkende tussen
verleden en toekomst
keek mezelf aan
we lachten zijn samen
het podium afgegaan
Op de keien
ik wist het licht
voelde donker
in slecht zicht
hield me staande
op de keien waar
anderen glijden
nog had ik perspectief
geen wanhoop in ogen
die niets meer geloven
je zwaaide en het
was geen afscheidsgroet
dat deed me goed
jij bepaalde richting
in mijn leven zonder
direct leiding geven
met lieve compromissen
maar naar het waarom
heb ik altijd moeten gissen
Een laatste dans
ik vang gedumpte
zinnen die als protest
in bomen en struiken
zijn blijven hangen
lente en zomer
hebben geschreven
maar voor de oogst door
recensies zijn neergeslagen
weg uit een groeiend
behagen omdat anderen
hun bloei en succes
niet konden verdragen
in een laatste dans
gaan wij kleuren herfsten
ik hoop dat mijn vangst hun
overlevingskans zal versterken
Lunch-excentriek
hoe dun is de wind
als hij al kou lispelend
uit de schaduwkant
van het straatje komt
de tochtige hoek
kijkt al lang niet meer op
van vreemde passanten
met mutsen en wanten
naamlozen schuifelen
schijnbaar doelloos
voorbij en toch houden zij
angstvallig de overkant vrij
waar warme zon
de terrasjes laat stralen
glimlach en ogen de
sfeer uitnodigend bepalen
daar zitten mondain en chique
hun lunch-excentriek
uitgebreid te genieten voor
een zich vergapend publiek
Oplichtend sterrenstof
ik zie ze gaan
als strepen aan de hemel
hun zielen helemaal vooraan
geen ballast of
verder aards omhulsel
alleen kristal markeert de vaart
tot waar de tijd
zijn grenzen lost en naadloos
overgaat in eeuwigheid
ze zijn vervlogen
in oplichtend sterrenstof
met vurig laatste groet
hun speelsheid is weer
samen delen zij stralen nu
oneindigheid op de voorste rij
Lege woestijnen
ik heb al
genoeg getoverd
ben ontgoocheld door
zaken die anderen mij
probeerden wijs te maken
met aladin
dicht bij de hand
schijnt mijn lamp op
lege woestijnen waar wind
giert door onbenoemde pijnen
het oorlogsschroot is
kaal geschuurd door zand
nog glanst onwankelbaar staal
dat zijn positie niet
prijs heeft willen geven
waar sprookjes ooit dansten
en slangen verlangden
naar hun veilige manden
neuriet nu de laatste
magiër het naamloze leed
alleen ruïnes en leugens
markeren de wegen
van de duizend en een nacht
de rest is gedood of gevlucht
geen lamp beschijnt meer de lucht
Licht autistische routine
ik ben geen
meester geworden
in edele kunsten
ook het schoonschrift
der poëzie ben ik
nooit machtig geweest
kon wel schrijven
maar de magische vonk
wilde niet brandend blijven
vaak heb ik gebeden
ben uit mezelf getreden
maar miste pen en papier
die bleven hier in hun
grondstoffelijk verschijnen
konden niet zomaar verdwijnen
kenden de licht
autistische routine van paren
naast elkaar en niet scharen
discipline en ambacht
dat is mijn kracht maar zo
af en toe een blik in de hemel mag
Onder eigen zon
zit in ons streven
het echte leven of
doen wij maar alsof
zijn de doelen
al gesteld voordat
wij medisch zijn besteld
de maatschappij
maakt mij niet blij
door zo in te stappen
er is helaas geen
andere keus voor mij
tenzij we alles negeren
ballast loslaten
opnieuw gaan leren
met kracht uit eigen bron
geen voorgekauwd
perspectief maar heb
het leven lief onder eigen zon
Een bipolaire wereld
ik hoor de klok
hij snorrelt en tikt
doet verder niks
kent zijn balans
tussen heden en
stervend verleden
ook wij
zoeken evenwicht
in een bipolaire wereld
waar het leven
zich afspeelt
tussen twee uitersten
dat wat wij zijn in
het dagelijks bestaan en
dat wat wij willen worden
het is lopen
op het slappe koord
tussen leven en dood
in liefde en pijn
zoals de dialectiek van
vrijheid en gebonden zijn
Het kind
ook zij
herkenden in jou
het kind
jullie dolden
dwaasden samen
in lieve lust
zij speelden
in jouw lach
dansten op je blik
zagen voor
echt wat jij hen
met handen gaf
je nam ze mee
naar alles
wat zij wensten
vertelde over
de grote wereld
met zoveel mensen
stil zijn wij
weggegaan hun ogen
keken jou nog dromend na
Een projectie
ik blaas wolken op
tot ware luchtkastelen
laat witte schepen zeilen
in een blauwe oceaan
het is een spel
waarbij ik ongestoord
naar eigen fantasie de
schepping bij kan schaven
in een projectie
die mijn stemming en
emoties kunnen dragen
tot alles weer verwaait
maar de speelse wind
was niet mijn vriend
ook de zon verdween
achter donkere kantelen
zeilen klapperden
woest schuimden golven
tegen de klippen op mijn
panorama kon ik wel vergeten
pas later in het
bedaren van de zomerbui
kwam blauw weer vrij en
gleden schaapjes traag voorbij
Licht in het hoofd
alles voelde
anders in raken
het deed onverwacht
nieuwe energieën ontwaken
het was geen
stoffig verschijnen na
decennialang verdwijnen maar
een herboren in nieuwe gloren
spanning voelen
in een warm contact
waar delen heel intens
zijn unieke info overbracht
de wereld bekijken
met een nieuw ontzag
omdat alles blijkbaar een
eigen plaats in het leven had
in heden vibreert
een vitaliteit die heel
vroeger een armzalig
bestaan moet hebben geleid
vrijheid zonder ballast maakt
weer licht in het hoofd
daar waar door oude gewoontes
het zicht vrijwel geheel was gedoofd
De rode draad
met handenvol
regen gaf ik jou
de zegen na
jij draaide
je om en ving
een opkomende zon
ieder zijns weeg
nog steeds wappert
de lach als vrijheidsvlag
voorzichtig rol ik
de rode draad
van verbondenheid uit
stuur jou gedachten
wensen dromen
op ongeregelde tijd
reken af met
gebroken structuren
gewoontes die te lang duren
ben verrast door de tijd
wist niet dat er zoveel
voor andere zaken overblijft
Als dwarsligger
ik heb het schuim
van kabbeltjes verzameld
een krullende golf opgetuigd
deze als dwarsligger
door de baren gestuwd
in een spetterend festijn
zelfs een straffe wind
ving niet eens de verwaaide
grauwwitte vlokken af
maar rondde het strand
met creatieve beeldhouwershand
op de rand van eb en vloed
het grote spel is gespeeld
heb mijn rafels kortgesloten
tot een vloeiend oplossend geheel
Ik moet weg
ik ben het
spelen verleerd
vingers en handen
doen alles verkeerd
waar vroeger
fantasie snel
gestalte kreeg blijft
de vloer nu akelig leeg
ik filosofeer
denk en probeer
maar de spirit
vonkt helaas niet meer
mijn geest
is bezet met tal
van structuren zonder
ruimte om bij te sturen
ik moet weg
de ballast overboord
naar zand en strand
de zee heb ik al gehoord
Stukje paradijs
in wit
verheft zich
statigheid
vleugelwijd
spreidt hij
bescherming
samen zorg
begeleidt de
grijze groep
zij glijden
geluidloos door
donker water
smakken groen
uit hetzelfde
kroos van toen
een stukje
paradijs als
hedendaags plaatje
Haar aubade aan de zee
handen roerloos
op elkaar
aderen goed
zichtbaar onder
de tere dunne huid
grijs piekte
het haar in de
late middagzon
ineen gedoken
zat zij daar
maar waar
blikken vaak
afwezig zijn vonkten
haar ogen met
onverwachte helderheid
haar stem die nog
alle tonen kende
gaf stevige repliek
zij was niet ziek alleen
het lichaam wilde niet
ademloos keek
iedereen geboeid
naar dit stukje leven
wat zij nog kon geven
was fenomenaal
in geestkracht
ongebroken en nog
van alles op de hoogte
nam zij ons mee in
haar aubade aan de zee