Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Geef je bloot
jij hebt het
helemaal gehad
aait je boeddha
zacht over zijn bolletje
doet aan zen
prevelt mantra's om
nu eindelijk eens
te weten wie je bent
hebt met bomen
gefluisterd was lang
in jezelf gekeerd maar
het heeft je niets geleerd
alles krijgen en
bereiken biedt geen
enkel perspectief als je
niet van je eigen ik geniet
geef je bloot
in kwetsbaar zijn
ga de strijd maar aan
vermijdt het pijnlijk venijn
leer wie je bent
accepteer de tegenslagen
zij zijn de basis van bestaan
jij hebt al te lang verwend gedaan
In eigen herinnering
voeten bogen het gras
kleine takken kraakten
het was mijn eerste pad
ik ben terug gegaan
na enkele dagen
het spoor is blijven staan
verbond na betreden
twee plaatsen in mijn leven
ieder met een eigen gezicht
de horizon aan het
einde van mijn blik verdween
terwijl er een nieuwe verscheen
mijn pad was
het ontdekken van hoe
ooit de aarde is geweest
het zelf gaan zien
zonder meteen het banen
van anderen te moeten ervaren
ik wilde er zijn
in eigen herinnering geweest
het was mijn paradijselijk feest
Als ik..
Als ik loop te dwalen,
Wijs jij mij dan de weg?
Als ik niet op woorden kom,
Vul jij dan aan wat ik zeg?
Glimlach je naar me?
Raak je me voorzichtig aan?
Neem je me mee op pad?
herinner je me aan mijn bestaan?
Als ik niet meer mezelf ben,
behandel je mij dan nog als mens?
Wil je langs blijven komen?
Eigenlijk is dat, mijn grootste wens.
In transparantie
ik wil de
kleine wondertjes
weer terug uit de
tijd van verbazing
het onbevangen oog
nog niet afgeschermd
door de ratio van een
cynische benadering
weg zijn de jaren dat
toeval de rode draad
was in het leven van velen
berusting voelde als helen
de mystieke kantjes
werden altijd keurig
gerand door het gebed
van dominees en prelaten
het magische
ontsprong die dans in
obscure achterkamertjes
met fluisterend praten
als het licht flakkerde
wakkerde dat een
heerlijke spanning aan
in transparantie is die vergaan
Opwekking
Als je dood bent, bezing ik je
en breng ik je weer tot leven.
Het ritme van mijn liederen
zal jou je adem hergeven.
De beelden die ik oproep,
geven je ogen weer het licht.
Ze kleuren met een roze gloed
de huid van je gezicht.
De klanken van mijn woorden
vinden een echo in je mond.
Mijn zang verwarmt je bloed
en gaat je lichaam rond.
Je was al heel ver weg
en zou nog verder gaan,
maar waar je ook verbleef,
ik zong je ervandaan.
Ik zie al zingend toe
hoe het wonder geschiedt:
hoe jij wordt opgewekt
door de tonen van mijn lied.
Langzaam vloeibaar
tijd wordt
langzaam vloeibaar
zonder bezigheid
minuten rekken
uren kleven bij
gebrek aan onderscheid
het staccato van
de afspraak timing
in ontmoeten is voorbij
rust verteert het
dagelijks gebeuren
door enige activiteit
eindelijk het koninkrijk
stil oplossend in een
naderende eeuwigheid
Het nerveuze snuiven
ik zag de
schimmels draven
de bosrand langs
gemend door vaste hand
ouderwets getuigd
de kar nog zonder veren
een schimmige koetsier
geen enkele passagier
het was alsof
de film bleef haken
beelden braken zonder
de werkelijkheid te raken
ik voelde spanning
in de bomenrij een
opgestoken wind bracht
vreemde geuren dichterbij
nog was er dat geluid
voelde warmte van hun huid
vaag het nerveuze snuiven
in stilte gingen zij de wereld uit
Waar ga je heen
zij zwermden
ik vloog alleen
anderen schreeuwden
waar ga je heen
voelde later hun
vleugeltippen raken
toen zij mij stuurden om
de vlucht mee te maken
werd recalcitrant
scheerde snel
naar de andere kant
hopend op vrij baan
zij lieten mij niet gaan
doken achter me aan
ik was de afvallige maar
had hen niets misdaan
kreeg geen vrije vlucht
werd uit de lucht gepikt
voordat ikzelf ook maar iets
van hun veroordeling wist
En schaduw ik
ik lijk langzaam
te vervagen
niet meer
in staat om
de lasten van
dagen te dragen
begroet nog
altijd het
opkomen van zon
laat me raken
door zijn warme
koesterende stralen
maar als wij
samen schijnen
is hij het licht
en schaduw ik
in dat decor
het kleine mijne
ik ben geen schim
uit vroeger tijden
die donker geeft
omdat hijzelf
in het verleden te
weinig heeft geleefd
accentueer wel
met een lach de
verrassende momenten
van gezamenlijk plezier
waarin het licht van
hemel weer heel even kiert
Hollandse blues
ik ben niet gelukkig
al spelen katten op mijn knieën
vol blijdschap om het leven zelf
al drijft september de spot met mijn winterkleren
door mij te warmen aan zijn gulle zon
al proef ik tabak en cappuccino
al is oorlog niet meer dan een woord
net als honger en armoe en onomkeerbaar
en bloed en pijn en terminaal
en rolstoel en blindengeleidehond
en aanslag en bom en brand en ontploffing
en moord en verkrachting en dictatuur
gevangenschap en overstroming
verkeersongeluk en treinontsporing
slechts vleugjes hiervan
streken ooit langs mijn lichaam
als nare dromen uit vroeger tijd
voor mij de vrede, vrijheid en genezing
maar ik ben niet gelukkig
In paradijselijk licht
ik heb ze gebouwd
met eigen handen
de stenen geraapt
gehakt en gebakken
maar de fundamenten
waren al eerder gelegd
stilaan ben ik begonnen
natuurlijk met visie
creatief door hoogte
transparant in ruimte
spelend met zicht
in paradijselijk licht
tierelantijnde decors
zette snuisterijen in beeld
construeerde arcades
griekse pilaren om zo
de massa rust te geven
in even weg te lezen
toch lijkt de fundering
langzaam te breken door
spanning in iedere voeg
ik ben overgestapt naar
het lichtere werk dat goed
geaard u alle zwaarte bespaart
Die goud randt aan
hoe klein
moet perspectief zijn
om lichtdoorlatend
hoop te geven
de ogen
neergeslagen
kunnen geen zon
meer verdragen
de tijd is al
zijn dagen kwijt
in op en ondergaan
van een troosteloze maan
ooit zal
de herder komen
die goud randt aan de
vele generaties dromen
hij bereidt de weg
de boeken zijn geschreven
is perspectief de enige
waarheid om voor te leven
In stroming
ik adem lucht
proef seizoenen
in warm en koud
de fascinatie van lente
het aromatische herfstgoud
ervaar hoe water
mij draagt als ik zwem
accepteert wie ik ben
mij meevoert in stroming
samenzijn als bekroning
aarde heeft mij verwacht
ben in welkom geboren
deelde zien in een lach
het met elkaar praten
kwam pas veel later
alles voelde
in verkennen als eigen
ik onderscheidde vorm en kleur
in het licht van de dagen die
mijn bestaan toen hebben gedragen
maar ik ben vervreemd
heb mezelf als het
enig centrum genomen
het deel zijn van heb ik verleerd
echt delen heb ik nooit geprobeerd
Straalde bedeesd
ik heb met bloemen gesproken
weet de tonen van kleur
hun intense relatie met licht
door de melodie van bloeihoogte
zij kennen ook het gezicht
van de wind en horen
in fluister en vlagen het
weer van de komende dagen
zij had mij wiegend gewenkt
opende haar hart
straalde bedeesd toen ik
schaamteloos keek naar haar pracht
ik deelde aarde met haar
we vergeleken omgeving
op wat kleine details na
waren we heel dicht bij elkaar
lente werd liefde tot zomer
het houden van heeft gegeven
haar vrucht aan einde seizoen
zal in nazaat de winter overleven
Teun de jager
ja, ik heb met mijn nichtje
bij een jeugdherberg gewerkt.
dat was heel leuk.
veel jonge mensen gezien.
veel meegepraat,
ook uit het buitenland.
ik gaf buiten volksdansles.
dat was zo leuk om te doen
met een hele grote groep
we moesten wel hard werken
van 's morgens 7 uur tot
's avonds half 12.
dat was een lange tijd
ja er konden wel
100 mensen slapen
voor het eten zorgen
was ook leuk.
ja, zo hebben we allemaal
een achtergrond
en hebben we allemaal
veel banen gehad.
het leukste in mijn leven
vond ik nog telefoniste-receptioniste.
ik had contact met veel mensen.
ja, de tijd dat ik had gewerkt
was nog het leukste.
Zomerakkoorden
gedragen vlaagt
warme wind de
laatste zomerakkoorden
het bronsgroen eiken
laat zich door de zon
met nog meer kleur verrijken
bladeren ritselen
steeds nieuwe patronen
schonen het herfsttapijt
bomen maken
zich klaar voor het
koudste deel van het jaar
het bos gaat in ruste
met het geluid van vogels
op weg naar zuidelijke kusten
Zweefde heel even
ik wilde nog
een keertje dansen
na het groenen van
seizoenen in de boom
lichtte mijn kleuren
droogde het blad
sprak met de wind en
wachtte het gebeuren af
in een heldere hemel
zeilden wolken langs blauw
lucht bood het draagvlak
vlaagde mijn dag
nam losjes afscheid
dwarrelde omlaag
zweefde heel even
voor de landing paraat
ik draaide en keerde
mijn herfst in gras
zag in het bladertapijt dat er ook
voor mij nog een plaatsje was
Hun stukje schepping
het rommelt soms
in een oude doos
als ik op zolder loop
dan is het tijd
om te genieten door
mijn stenen op te diepen
ik heb ze geraapt
in alle oorden waar zij
zich kenbaar hebben gemaakt
de schittering
in kleur of licht was
het signaal van hier ben ik
zij hebben mij hun
stukje schepping laten zien
in paradijselijke schoonheid
stilte en de tijd
gevangen in structuren
van gods volmaakte eeuwigheid
Met donker afgevlakt
ik heb de wolken
niet geschoren
dat deed de wind
in onderkanten plat
met donker afgevlakt
mijn macht reikt niet
over dag en nacht
weet van de schemering
was al vroeg het kind
van iedere rekening
speelde tussen
zwart en wit
wist van geen wijken
grijzen zag ik niet
zij hadden geen gezicht
het naamloos land
van gaan en komen
voedde al mijn dromen
in het halfleven
tussen goot en dood
in wakker worden
ben ik uitgestapt
zag eindelijk weer de zon
soms kijk ik angstig terug
naar waar het allemaal begon
De nalatenschap
ik was het lamplicht kwijt
vage contouren bewogen
waar zij dit niet zouden mogen
stilte werd onderbroken
door geritsel en geschraap uit stukken
die hier al eeuwenlang werden bewaard
jaren verstoften in lucht
die onaangekondigd uit zijn
tijdloze winterslaap was gevlucht
ik wist de poppen op schappen
hun kleding een ruïne van verkleurde lappen
heb nooit geweten van de veelvraat van ratten
zij werden gestoord in eigen oord
waar ze nestelden in poppenmoedersarmen
die in koude nachten hun kroost konden warmen
dit is de nalatenschap bereikbaar
via een zelden bestegen hoogbejaarde trap
of wij hem aanvaarden hangt van de ratten af