Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Smeltkroes
ik heb de
geluiden uitgeplozen
die de wind waait
in tal van kleine hozen
de werveling
van hoge tonen
komt nooit uit het
ruizelen van grote bomen
zij dekken
alles toe met een
groene plasticiteit
beletten ons openheid
lief en empathisch
trekken ambachtelijke
sporen hun melodieën door
de smeltkroes van het leven
daar waar de mens
zijn arbeid toont is
herrie kunst en natuurlijk
weer ons verdiende loon
Fata morgana
ik wil ze
hier niet
heb hen mijn
tanden laten zien
in de scherpe kammen
van het gebergte
ze doen snakken
naar adem op
hete glooiingen vol
klein gesteente waar
hitte de fata morgana
laat zinderen
zuurstof lijkt uit
de lucht gebrand
die verschroeiend
raspt door longen
zonder verkoeling
direct bij de hand
dit is ons land
al eeuwen in een
magische balans waar
de mens geen vat op
krijgt totdat een losse
helling naar beneden glijdt
Meesteres
ik zat met
mijn ogen gesloten
op de lijn
naar de rode zon
zij fluctueerde
haar energie
ik ontving een
heerlijk pulseren
wij kenden
geen afstand
zij was weids en
kleurrijk dichtbij
een meesteres
die aaide en speelde
met de magie van
het energetisch draaien
ik was de slaaf
die kwam als zij
met stralen wenkte
wij aanbaden haar
De tweeling
beiden hadden ze kinderen.
samen 5 kinderen.
die al best groot waren.
ze konden het goed met elkaar vinden.
en hielden allemaal heel veel van elkaar.
en nu was de moeder in verwachting.
de maanden gingen snel voorbij.
en na 9 maanden kregen ze een tweeling.
een jongen en een meisje.
wat schattig zagen ze eruit.
ja, allemaal waren ze gelukkig.
en mochten de baby's
om de beurt vasthouden.
het gezin was nu compleet.
Ruud
ik denk vaak aan je, lieve ruud
we zijn zo gelukkig geweest
en het spijt me zo dat
ik het met je uitmaakte
mijn leven zal zoveel
blijer zijn geweest
we hebben een leuke tijd
met elkaar gehad
en gingen vaak uit.
maar ik kon het niet verdragen
dat je met een meisje had geslapen
daarom heb ik het uitgemaakt.
ik hoop dat het goed met je gaat
jij bent nu ook een oude man.
ja, ik denk nog veel aan je.
Grote blijdschap
ja, een grote blijdschap
heb ik in me
dat ik van u, lieve god,
mag houden
ik word vrolijk van u
ik zie u voor me
en weet dat ik bij u
veilig en gelukkig ben
niemand heeft me
gelukkiger gemaakt
als u, mijn lieve god
ik ben dankbaar
dat u van me houdt
en we een goede
toekomst tegemoet gaan
met u aan mijn zijde
heb ik niets te vrezen.
maar mag ik blij
en dankbaar zijn.
Kortgesloten
er viel een stilte
we keken elkaar aan
lachten flauw maar dachten
wie heeft dat gedaan
waar stopten
harmonieuze gedachten
met raakvlakken in een
gedeeld interessegebied
zonder het bekende
vuurwerk was iets
kortgesloten waardoor
verbinden geen optie liet
een nieuwe start
volgde de flauwe lach
maar sloeg niet aan
in overlevingskracht
ogen formeerden de kring
handen zochten elkaar
vlochten stilte er midden in
wij genoten totaal samengaan
Magistraal
je vleugelde
maar optrekkend wit
bracht weinig transparantie
in het met donker
doortrokken snelde je voort
heilloze angst in je kielzog
sneed scherp
aan bochten spiraalde
hoger dan ooit
in de vlucht
van je leven brak
voor alles jouw nood
jij hebt altijd van
wetten geweten en toch
koos jij een risicovol bestaan
magistraal hoe jij
op de toppen van je kunnen
de elementen beheerste
waar wij nu nog
moeten beginnen ben jij
al lang zegevierend binnen
Cohesie
zacht trillen
energieën om me heen
in een harmonieuze balans
zo voelt leven zonder
storing eeuwenlang
een feest van warm
samenzijn waarbij
blokkades zoals pijn
en minder functioneren
voor altijd uitgesloten zijn
een cohesie waarbij
info delen is en het geheel
rijker maakt met velen
in omvang naar een
toekomstig perspectief
de transformatie is
het creatief moment
waarbij alles mogelijk is
omdat segmenten geen
bouwstenen zijn maar lijn
met de ziel meteen in
zicht en voelbaar in
presentatie van alle
vormwisselingen uit
momenten die ons denken kiest
De tijd
het begon in school en dacht wie is die knappe jonge gast,
begon gevoelens voor u te krijgen,
dat kan niet want u bent verpleger en ik een scholier,
ik wist dat ik u moest laten gaan, maar het is zo moeilijk,
blijf over je schrijven. mis u zo.
De hardhouten tijd
strak dreunen
slagen van
de hardhouten tijd
het donkert
boven de toren waar
weerlicht zich spreidt
het bronzen getingel
van carillon en klok
komt vrijwel niet aan bod
waar uren splitsen
met veel kabaal als zij na
laden onverwacht aarden
dit grote magisch
realistische doek doet
het goed in de kunst
waar de kippenvelfactor
versleten is door schaarsheid
aan echt gevoelde emoties
de gespleten tong
furore maakt in fantasieën die
raken aan ons archaïsch verleden
Het moment
Het moment dat je me aankeek was zo onbeschrijfelijk mooi.
Ik weet dat het waarschijnlijk nooit meer terug komt,
maar ik blijf over je schrijven, aan je denken.
Je zit zo in mijn gedachten en ik denk altijd, wanneer ga je nu uit mijn hoofd,
maar het gebeurt niet, stiekem wil ik dat ook niet.
Ik hou van je, ookal zal je het waarschijnlijk nooit weten.
Het lukt maar niet om je te vergeten, nooit.
Eenmaligheid
warmte fluctueert
ik drijf van
hoog naar laag
in koesterende pulsen
heb geen gewicht
maar deel oppervlak
dat van kleur verschiet als
het een andere deining biedt
ik kom niet dichterbij
er zijn langszij geen
vergezichten die oplichtend
afscheid nemen als partij
ons motto is
voel je even vrij
zonder aardse beperking
alleen met ons erbij
deel je talenten
schenk anderen waarin zij
ooit tekort gekomen zijn
ga voor de lach en maak hen blij
onbekend en naamloos
is ontmoeten hier
eenmaligheid staat garant voor
dit uniek contact met de overkant
Als je ooit
Ik ben bang dat je ooit
verliefd zult worden en dat wil ik niet,
want het zal toch nooit op mij zijn
en het gevoel krijgen dat je hart vrij is
voor iemand anders, dat doet pijn
Vlijmscherp
licht en schaduw
streden schemerend
hun wedstrijd waarbij
contrast de tijd
als zwaard hanteerde
zij blonk vlijmscherp
het eindsignaal in
de laatste flikkering
van deze heroïsch
gespeelde ronde
zacht duister legt
zich tevreden neer op
de bereikte plaats
maar donker kent nog
een laatst flits verweer
ongezien door velen
koestert hij nog de
agressie van verlies
een lichtend voorbeeld
van balans en logica is hij niet
Mijn pennenvruchten
ik weet
dat ik nooit
goud zal schrijven
mijn pennenvruchten
reiken niet
naar het eremetaal
zij zijn
slechts een gebaar
van goede wil
wellicht een
hoopvol delen dat
zwaarte kan schelen
het samen
ervaren polijst
hoekigheid in gebaren
jullie hebben mij
letters gegeven die ik in
woorden heb teruggeschreven
De maaier
zij witten
pril groen
met oranje hart
groeien cirkels
in groepjes
tot bloemenpracht
pas als
het gras de
hoogte in schiet
rijp zaad
de maaier
naderen ziet
dan wordt wit
met oranje hart
mijn madelief
Het eeuwig loof
zij wisten zich
ooit opgetuigd
als goden in de
wereld van mystiek
voelden zich er thuis
het archaïsch huis
heeft alle tijden overleefd
er was geen generatiekloof
in het vitaal cyclisme
van het eeuwig loof
toch wordt haar
krachtige moraal ook
regelmatig ingehaald
door decadentie en de
wuft corrupte uitspatting
dan zakken rijken
in elkaar bewoners
verdwijnen waar bendes
verschijnen onder het
los zand regime van onbenul
zelfs de goden hebben
spijt van vadsigheden en
dagenlange bacchanalen
gaan de bezem er weer
door halen in nieuw begin
we zien het in herhaling
door de ster van bethlehem
zelfs de herders dragen
nog hetzelfde hemd als toen
het kindeke geboren werd
Nivellerend
ik voelde hoe
de wind duwde
geleidelijk aan steeds
meer vat op ons kreeg
wat eerst nog
plaagstootjes waren
bleken ineens
heel serieuze gevaren
wij werden
voortgedreven met
intense kracht door een
massastroom vol macht
die nivellerend
zijn route koos
waarvoor leven het
hoofd deemoedig boog
ik zag materie in
het zwarte gat verdwijnen
weerspannig kraakte tijd maar
herinnerde zich eeuwigheid
Zacht samen zingen
ik heb
hun ogen gezien
sprekend passievol
en in vlaagjes verliefd
werd gefocust
door hun emoties
de rest van de gezichten
herinner ik me niet
lichaamstaal
completeerde
woorden en zinnen die in
blikken leken te beginnen
ieder had zijn verhaal
ik verstond zelfs de taal
heel diep van binnen
in een zacht samen zingen
het zal de melodie
zijn geweest die vele
tongen beroerden en ons naar
een zalig pinksteren voerden