Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Het stukje ik
jij hebt naar
je handen gekeken
vingers die veel
hebben glad gestreken
het werken
gewend maar
in het minnekozen
niet op waarde gekend
het is de
warmte die
afschrikt in het
totale overgeven
ieder wil nog
even een
eigen stukje
privé leven
kom je
te dichtbij
dan voelt dat niet
ontspannen en vrij
in zelf de regie
bepalen laat je
de ander niet het
onderste uit de kan halen
maar nooit ontbreekt
de warme blik
wij weten samen
van het eigen stukje ik
Een oogwenk
je draagt
vaak wit
omdat een
andere kleur zo
uitgesproken is
het zet je
zonder groet
of weerwoord
met een oogwenk
in de hoek
die jij nooit
zal kiezen
omdat de
voorgrond altijd
jouw domein zal zijn
waar jij
in chique
wit de meest
geschikte primus
inter paris gaat blijken
Speldenprikkend
donker duwt
de avond het
laatste daglicht
voor zich uit
in het langer
worden van
schaduw verliezen
kleuren hun huid
nog schijnen
spaarzame stralen
hun lijnen van de
laagstaande zon
in het langzaam
doven van boven
speelt nacht zijn
speldenprikkend spel
in een voortdurend
bewegen komen
lichten elkaar tegen
in een vast decor
pas als de kleine
uren tellen gaat
zwart koppensnellen
wordt bewegen gestopt
tot ook stilte zijn
rust heeft genomen
verpakt in miljoenen
menselijke dromen
Zonder verleden
ik heb
de lijnen
zien verschijnen
in je ooit
rimpelloos gezicht
heb ze
mogen lezen
jij was niet voor
een strakke huid
zonder verleden
in samen
ervaren lazen
wij de jaren
in hun zorgen
en diep verdriet
maar nooit
zijn wij de ogen
vergeten waar
een zee van lach
zijn rimpelingen gaf
die de gezichten
deden glimmen
van vrolijkheid en
doorleefd plezier
van allen hier
Een subtiel touche
zij rondde
heel makkelijk
haar woorden
door een subtiel
touche in de adem
die vocalen
hun volheid gaf
nadruk
lichtte op in
de begeleidende
blik die even
twijfel aangaf
zonder bedoeling
met schrik
haar kleine
side-passes
gingen altijd
gepaard met
een innemende
lach die vooraf al
goedkeuring had
in haar scala
van lichaamstaal
bestond geen vraag
het was een
vloeiend deel
van het ludieke
geven en nemen
Gods smidse
ik zag hoe
jij lachte
naar de laatste
vlammetjes in
het vuur jij kende
hun levensduur
jouw adem
blies nieuw leven
in de ziel van wat
smeulende resten
wakkerde geesten
aan om verder te gaan
zoals zij
vroeger loeiden
in rood en blauw
samen vloeiden
tot de immense
hitte van gods smidse
waar weerbarstig
ijzer gebogen werd
gesmeed met de hamer
naar zijn beeld en
gelijkenis tot verrijking van
de paradijselijke prematuur
Droog dromen
ik zag haar
ogen lachen
zij schoof
gekleurde delen
in elkaar zonder
dat zij vloekten
verbazingwekkend
snel vouwde
en boog zij
uiteinden tot
hoeken in een
vrijwel leeg heelal
schiep vormen
zonder dissonanten
in harmonie
naar alle kanten
met als enige leidraad
het spectrum van aard
na alles en de zevende
dag had zij het gehad
rustte met een wereldblik
op het werk dat was gefikst
de zondvloed mag komen
wij kunnen droog dromen
De buitenbocht
als zich een
zachte glimlach
vlijt op lippen
ogen rusten in
geloken mag ik
soms een stukje van
de wereld achter
je blikken zien
waar groen en
bloemen heuvels
rijgen tot landschappen
met de uitnodiging
van de stralende zon
tot een sprong in
een dartel riviertje
met bovenaan de bron
nog glinstert het
opfrissend spatten
van water als
verkoeling op de
hete zomerdag
natuurzuiver klinken
stroompjes tegen
rots in de buitenbocht
in een zacht
bewegen kwamen
handen elkaar tegen
bij het verzitten klikte
werkelijkheid de beelden
weer binnen onze ramen
van tijd en kwam je
glimlach weer tot leven
Stilte ontvild
ik zag je
als schim van
een kleur in een
warme vlucht lucht
met een zwaai zonder
geluid op goed geluk
we hebben
stilte ontvild
zodat ook de
schelheid van tonen
in gewone spraak
naar buiten kan komen
zij spreekt
zonder woorden
maar wil graag
begrepen zijn zonder
de religieuze hype
van eigenwijs
waar blikken spreken
kent stilte het
moreel geweten
zonder taal in zinnen
die na de punt met
hoofdletters beginnen
Fluweelde zacht
je lach
fluweelde zacht in
tegendraadse vleug
zij lichtte op uit
het nog donkere
van aangeleerde deugd
liet sporen na in
het ooit onbetreden
nog egale vlak
wiegend kwamen
woorden in de
koude buitenlucht
zij wolkten naar
behoren maar brachten
onrust al snel terug
ondanks het fluwelen
vergeet jij nooit de
tegendraadse rituelen
wie je lieve lach
kent vergeet even
wie jij echt bent
Een vliegend flaneren
na ruizelen en suizelen
op warme zomerdagen
lijk je nu toch
eindelijk te ontwaken
toont nog met
ingehouden adem
je opgespaarde kracht
pas als jij weer
bolle wangen lacht
waait de rode stormvlag
dan zie ik mijn muze
weer laveren op
de vlagende wind in
een vliegend flaneren
waarbij haren
hoog staarten en
je jas openslaat om
krachten te vangen
die jou dragen in het
voor de wind gaan
Als haarfeest
je haar
piekt niet meer
nu het herfstig
is gesneden in
een schitterende
mêlee van
lichtend grijs
en het nog
zomers opgelichte
blonde bruin
het is de
nonchalante val
die vitaal jeugdige
krachten genereert
volume geeft en
in haar speelse
eigenwijze tijd
wat kleine
lieve stukjes
hemel presenteert
waar donker
dekkend uit
dichtbij nog de
hoofdhuid raakt
is het netwerkje
een bedje dat
het schitterend
coupe knippen
als haarfeest nog
mogelijkheden geeft
Zomerse dromen
ik zag het hek
al openstaan
gescheurd in
zijn scharnieren
nog een stukje
draai te gaan
de tijd heeft
stilgestaan in
twee ondiepe
karresporen
de berm is in
groen verloren
noord-hollands
karakteristiek
wat weggestopt
tussen hoge bomen
warm genietend
van zomerse dromen
maar in de keuken
rommelt drukte
van belang het
schapenvlees heeft
al een ochtendlang
gesudderd in de pan
er wordt opgeschept
de mannen hebben trek
voor dag en dauw de
kou getrotseerd om
middags te genieten wat
de pot heeft te bieden
In schuim
warm loopt
droog zand
loom door
de vingers
van mijn hand
hun vrije
val schrijft
tekeningen
overal op
het strand
dit vloeibaar
zandgeheugen
is de database
van alle leven
sinds het ontstaan
waar lucht
en wind al
eroderend
de nieuwste
opslag zoekt
krult vloed
het eerste golfje
dat in schuim
alle aardse
info verhult
Iets stouts
ik zag dat jij
ondeugend het
doosje met verholen
gedachten schudde
zij mankeerden
ieder een eigen
stukje werkelijkheid
dat was nog kwijt
af en toe
als de passie
overloopt dan
schudt jij de doos
altijd ontsnapt
er iets stouts waar jij
als de donder achteraan
loopt omdat je ervan houdt
nog zijn ze niet klaar
voor een zelfstandig
bestaan want het stukje
bezieling komt er nog aan
dan pas zie ik
je lachen om de
complete gedachtenlijn
nu pas kun jij tevreden zijn
Tegendraads gaan
ik heb me
mijn hele leven
al bezeerd aan
prikkeldraad
ik wist dat
het er was en
mij een slechte
uitdaging gaf
ik kon het
nooit weerstaan
moest altijd weer
tegendraads gaan
halen en
schrammen waren
legio er was altijd
een bloeder in de regio
nooit is mij
een pad onthuld
zonder die vreselijk
scherpe tentakels
ik banjerde als
groot stuk ongeduld
de wildernis door
met eigen rode franjes
nee geen
gesponnen draad
maar een nieuwe rol voor
andermans leedvermaak
Dit spektakel
jij kunt als
enige regen
de zegen geven
zijn kleuren
laten opspatten
in het neerkomen
tegen de rotspartij
er is geen
zacht sissen
maar wel een
opstijgende
warme nevel
die regenbogen
naar aarde trekt
jij hebt de
zon doen schijnen
wiens licht in
zomerdruppels
wordt gesplitst
die watervallend
donderen naar valleien
het is geen
bezweren wat
jij met hand en
voeten doet
je laat jouw ogen en
lach met plezier dit
spektakel regisseren
Het lied ongeduld
ik zag je
vingers trommelen
herkende het ritme
uit het lied ongeduld
waar onopgelost
nog regisseert
wordt de schuldvraag
vaak genegeerd
blijft het spel
de knikkers kleuren
omdat de uitslag nooit
overwinning zal geuren
je nadert het
slotakkoord en met
een daverende klap is
alles tot stilstand gebracht
inzicht met spoed
van het leien dakje
spuugt de dagvaarding
het seponeer er uit
Oogluikend
als alles
tegen zit dan
spoort er nog een
lach op je gezicht
oogluikend heb jij
mijn strijd tegen
de elementen zonder
commentaar gevolgd
voorwaar een
unicum omdat
bemoeienis als een
wade om je hangt
zeker als de
tandwielen zonder
olie kraken door
nonchalance nagelaten
de gescoorde lach
is je liefste vorm
van mededogen die
relatie voor ogen had
een vroegtijdig
constateren van
infantiele uitgangspunten
is jouw fatale klap
Huiselijke toon
ik zag hoe
je handen
voorzichtig
stukjes oude
weerspannigheid
weghaalden uit
het monument
van je jeugd
het waren
deugd en
gehoorzaamheid
die jouw lang
hadden gedragen
in een vaste
wereld met een
huiselijke toon
vertrouwen in
een met positief
elan behangen
maatschappij
tot daar de
jeugd met
bloemen liefde en
plezier ging leven
zij hebben de
wereld leefbaar
gemaakt met nieuwe
normen en waarden
op een aarde die
voor allen was en
ieder mens een eigen
persoonlijkheid gaf