Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Vol verbazing
de woorden
hingen nog
in de lucht
na een niet
aflatende stroom
op volle sterkte
uitgesproken
heftige emoties
ik heb het
laten gebeuren
door haar niet
aan te kijken
of in te grijpen
voelde mij niet
aangesproken
in dit verhaal
het was als
een vlieger
die zichzelf bij
windstil weer
heeft opgelaten
in vieren en stijgen
naar grote hoogte
wist te rijzen
vol verbazing
zag ik jouw tirade
het luchtruim
kleuren met alles
wat er volgens jou
moet gebeuren
helaas bracht deze
vlucht stille echo's terug
Gescheurde netten
waar ik jarenlang
lichtvoetig door
het leven danste
schots ik nu scheef
op grote platen
die gelaten weten
wat nog aarde heet
oncontroleerbaar
krijg ik tegengas
dat bij iedere stap
de voortgang tart van
natuurkundige wetten
in mijn perspectief
van gescheurde netten
de woeker zit weer
in mijn lijf en vreet
verbanden zonder tanden
krijst dag en nacht zijn
pijn want er is al tijden
niets gezonds meer
voor zijn lege handen
ik zweef in
losgelaten zijn
door hen die
vroeger raakten
de nieuwe vrijheid
voelt heel fijn en laat
mij eeuwigheid smaken
Een introvert decor
je speelde met stil licht
geen uitbundige kleuren
met traditionele vormen
in een introvert decor
zij verstonden elkaar
in samensmelten en
versterkten hun intensiteit
door samen felheid te bundelen
de ruimte zong energie
door vergroting van
contrasten spatten reflecties
in kleurwaaiers uiteen
je orkestreerde
ladingen en dempte
volumes omdat het eigen
leven de schepper was
jij hebt deze melodie
als eerste gewist uit
elementaire composities
die we al eonen hebben gemist
waar ijs tot water
breekt en smeltend meer
volume geeft speelt muziek
weer zijn verstild lichte regenbogen
Blonde lentekind haren
ik zag gras
je voeten zoeken
zij steelden madeliefjes
in het strelen van je huid
zonlicht straalde
daalde en speelde
met vleugjes wind je
blonde lentekind haren
je danste de pas en
het uur van de dag bewoog
op het ritme van woorden
in je aantrekkelijke lach
was een verschijning
als ultieme voorjaarsverfijning
in oplichtende kleuren die
uit wit geboren leken te worden
in eigen regie liet jij rust
in stilte vervliegen na het
sluiten van je ogen heb ik
je dromen mijn welkom gekust
Rotst als branding
ik heb je
op een stoel gezet
niet op een troon
hoewel in dit decor
is dat heel gewoon
mijn teksten gaan
als zij bij jou zijn
aangeland voorzien
van kant en tekening
al snel van hand tot hand
jij draait niet
met de winden mee
rotst als branding
in een zee van emoties
onder zwaar bewolkte lucht
nog krijst een vlucht
van snelle vissenvangers
laag over het zilte schuim
dat in applaus succes
betoond met opgeheven duim
het is ons toneel
waarin mijn woorden
langdurig zijn verzwegen en jij
ze zoveel lading hebt gegeven dat
onze stilte hartverscheurend is
Gedachtenrood
zacht liep ik
achter je lach
wist dat jij op
mij had gewacht
de paden kleurden
zich gedachtenrood
meanderend in gras
dat spontaan verschoot
uit het ruisen van
bomen kwamen vage
stromen bladmuziek die
neerdaalden als lentelied
ik zag de sprookjes
al van ver en wist dat
jij de sleutel had om ze
hun ziel terug te geven
hand in hand
zijn we binnen gegaan
liefde en warmte
omringden ons spontaan
wij hebben niet meer
omgekeken omdat we
voelden dat wij hier voor
altijd verder wilden leven
Ogen van de ziel
het grijs
jaagt voort
met een
schorre kreet
een witte
flits die
stralend blauw
vergeet
zwart
gesnaveld
bevleugelt
hij het ruim
een projectiel
dat overleeft
geleid door
ogen van de ziel
Als lief perspectief
jij was
de lach die ik
in gedachten zag
cirkelend tussen
uitbundigheid en
passionele intimiteit
met in je ogen
de horizon als
lief perspectief
we doken
naar liefde in
eindeloos diep
kozen de
verte want
dichtbij was bezet
overbrugden
problemen die
zo niet bestaan
wisten elkaar
in dit raken toch
gelukkig te maken
Met zachte hand
ik heb geprobeerd
van de wind te leven
de woorden vlogen langs
er is er niet een gebleven
heb met originaliteit gefuikt
zij stopten heel even
lieten zich zien maar
exclusief was er snel uit
van bruuskeren wilden
zij niets leren in een
wereld waar schermblauw
alleen kou genereerde
pas met zachte hand
waren zij genegen zich in
alle rust te laten lezen en heb
ik ze tot mooie zinnen geregen
Wat licht
ik heb wat
licht genomen
om ook in het
duister van donker
te kunnen dromen
iets van
contouren te zien
minieme nuances
in vormkleuren die
contrastisch beklijven
waar zwart
in massaliteit
existeert wordt wit
na deze schepping als
wereld geaccepteerd
het is de zon
die als eerste bron
van licht het
bestaan aan ons
heeft geopenbaard
ons de kennis
heeft gegeven om
samen te overleven
maar hoe laten wij
de aarde in zijn waarde
Haar aura
ik zag het
bewegen
zelfs de wind
was niet tegen
in een zacht
warm wiegen
de vlaagjes
accentueerden
het rond
vrouwelijk schoon
dat als droom
zomaar passeerde
haar aura
trok veel bekijks
kleurde in lach
en vrolijke ogen
een zonnetje open
in weerbarstig grijs
dit gebeuren
gaf de magie
van lentegeuren
al prijs in een
flow als cadeau in
bijna einde wintertijd
Verloren paden
wij voelden
wisten van elkaar
het zacht verbinden
met alles om ons
heen probeerden wij
die contacten te hervinden
gingen zingend op
verloren paden zoekend
naar meerstemmigheid
wij waren het gevoel
van zielsverbondenheid
alweer eeuwen kwijt
in de verte kleurden
bloemen hun harten
wiegend in de wind
zij wisten dat wij
kwamen hebben
onze blikken lief verblind
zo delen zij
maken ons weer deel
van het totale leven
want juist in geven
zullen wij ontvangen waar
naar wij al zo lang verlangen
De gesikkelde maan
ik liep over
serene stralen
van de warme zon
moest af en toe
springen als schaduw
een offensiefje begon
en donker mij
snel naar hogere
sferen dwong
waar licht in
blauw transparant
de hemelboog spande
haar perspectief
de rust gaf waar mijn
ziel naar verlangde
ik oneindigheid voelde
als helend bad na
een stressvolle jacht
en lachte bij
het zien van de
gesikkelde maan
wist precies
hoeveel tijd ik in de
eeuwigheid had te gaan
Wintert vorst
nog donkert
herfst in de
humus van nat blad
wintert vorst
sporadisch onder
dit afdekkend pak
het rustige is schijn
onstuimig bruist en
heelt de evolutiepijn
daar ontkiemt
wat ooit is geweest
maakt lente al tot feest
voor hen die in de
aarde onrust voelen waar
voorjaar is gaan woelen
Het vloeiend zacht
kleuren spraken
niet meer aan
verfletsten in
contrast met
strakke vormen
intolerantie
verbood het
vloeiend zacht
in elkaar opgaan
naar balans
had pigmenten
versterkt de
viscositeit nog
soepeler gemaakt
toch stokte het gaan
pas in verwarmen
mengde alles subtiel
maar viel later weer
terug in de starheid
van een koude realiteit
De rode zee
traag rookt
het vreugdevuur
zijn grijze chaos
in de rode zee
van de chinese rol
het dauwt en
waar je stapt plakt
het restant van
kleuren en illusie
aan je schoenen vast
de honden trekken
in hun angst om weg te
komen van deze voor
mensen toch wat bizarre
restanten uit hun dromen
donker heeft
oudjaar een barmhartig
ogend gezicht gegeven
het was gedaan in vuur ging
het laatste uur naar de maan
vele handen zijn geschud
in wankel evenwicht
op het nieuwe jaar is
alweer stevig ingezet
drankvoornemens onverlet
Verankeren met angst
wij hebben te vaak
naar elkaar gekeken
goedkeurend met
de vingers geknipt
als trouwe volgers
hebben wij vergeten
om zelf te leven en
jaren hun stroop gelikt
wij deinden mee
in politieke golven
hand in hand om
hen samen te volgen
tot het eerste bestand
en de muren verschenen
die de maatschappij
in isoleercellen deelden
op stormachtige avonden
hoor je ons loeien
als robots ons boeien
en verankeren met angst
opgeborgen en
aan de ketting gelegd
in een leven zonder zorgen
met een gespreid bed
toch gaan wij ooit
ontsnappen er zijn al
wolven onder ons die
in schaapskleren wachten
In vergeten tijd
het guurt in het
laatste stukje
ommuurd van
het afgelopen jaar
ze zuipen en snuiven
kotsen ergernis in
de liederlijke taal
van poolse knopen
op de hangplek
met sensoren die
witte gezichten
uitgestreken oplichten
het kansloos
perspectief tekenen
van de dief die in
vergeten tijd zijn straf belijdt
nog schoppen zij
de flessen tot scherven
van een maatschappij
die zij zo gaan erven
tranen van onmacht
breken de kracht om
meteen te veranderen
toch is er een die nog lacht
Het tourniquet
zij veinsden
verdiensten
liepen zelfverzekerd
naar het tourniquet
wilden ongehinderd
passeren maar
stonden door die
ene vraag perplex
u bent geboren
met helemaal niets
van wie heeft
u dit allemaal
genomen toch niet
om met zoveel
de weg op te gaan
van alle dromen
er werd gerekend
met plussen en min
maar een vergelijk
bleef uit omdat de
waarden verschillen
tussen optelsommen
van de geest en die
van billen en buik
handen geschud
principes bijgesteld
zonder bagage gingen
ze naar het nieuwe veld
verantwoordelijkheid
voor alle anderen was
hun enige gift de rest
kon totaal worden gemist
Mijn dansen
ik kende
de passen maar
mijn dansen won
nooit een prijs
ooit probeerde
ik jou te leiden
maar jij verdween
al op de eerste reis
als stel was er
tolerantie in bewegen
wij kwamen elkaar
vaak onverhoeds tegen
ik week terwijl
jij dan langs mij gleed
de slinkse tussenpas
maakte ritme compleet
in jou heb ik mezelf
nooit kunnen vinden
zag altijd een vragend
gedogen in je ogen
ik was er niet om
samen eer mee te behalen
maar enkel om jou een
leven lang te doen stralen