Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
In zilverrood
nog zie ik
af en toe een
flits in zilverrood
voel zachtheid
van veel engelenhaar
nu zonder hoofd
de kerst is opgeruimd
als de boom weer
duurzaam tuint
nog hangt de kleur
van herinneringsverhalen
in geurige lucht
waar de geest van
het kind is gaan dwalen
weg van stal en feest
koningen kennen
geen vrede meer als
pigmenten gaan vloeken
herders en schapen
hebben ons stikstof
gegeven door wollen doeken
nog straalt de ster in
wisselende tonen of hebben
drones deze dromen meegenomen
Onzekerheid schrijft
ik heb stilaan je
kleuren zien verdwijnen
haren pieken waar
ooit de zon zijn
licht in blonde krullen
heeft laten schijnen
sferisch omhullen
kleren het vroeger
goed getrainde en
gespierde lijf dat nu
met wankele stappen
onzekerheid schrijft
je bent een schim
van je vroeger extraverte
persoonlijkheid die in
bedeesd teruggetrokken zijn
nooit meer een schaduw van
importantie zal kunnen werpen
wie of wat heeft
dit met jou gedaan
jij die ooit je naam
op alles wat belangrijk
was in alle kleuren en op
iedere hot spot had staan
Het wollig begin
ik heb de
eerste garens
al gesponnen
uit het wollig
begin van het
nieuwe jaar
een selectie
die nog nat was
waarvan de kleuren
nog niet helemaal
pasten in het
ton sur ton van elkaar
de laatste stukjes
uit het oude jaar
heb ik wat afgeraffeld
nog net geen broddelwerk
maar niet de kwaliteit
waar ik altijd voor ga
managen van tijd
is niet mijn talent
ik kies het creatief
moment de rest is chaos
maar zij zijn gelukkig
dat van mij gewend
Het klimaat
jij hebt net met
liefde het oudjaar
schilderij met blanke
matte lak afgedekt
nog wat klein herstel
in vorm en kleur voor
de fine fleur
van het gebeuren
leven is nooit
zwart wit maar
waaiert mee in een
situatief bewegen
dat schilderen
maakt je deel van een
bestaan waarvan nooit
alle deuren open gaan
er is nogal wat grijs
in sommige maanden
waarvan het onbenoembare
de paletvoering bepaalde
toch voelt tijd zich
gevleid door een
statistisch warm touche
klimaat neemt wat extra's mee
In vrede gespreid
je danst goud
in het licht
van de zon
rank en bevallig
zelfs je schaduw
kijkt even niet om
ongeschoeid
beschrijf je
aarde jouw liefde
zwaait naar het
heldere blauw in
atmosferische kou
een energetisch
fantoom met
een hemelse droom
in paradijselijke
schoonheid als
eeuwig symptoom
nog is het je lach
die de toeschouwer
pakt of ogen als je
lichaam in warme
uitnodiging is gebogen
handen in vrede gespreid
De sigaret
ik inhaleer
en hallucineer
ik zie mijn pijn
en dat doet zeer
ik zucht
en vlucht
naar een plek
en vind mijn rust
ik blaas uit
kijk vooruit
ik tik af
sigaret brand uit
het as
verbrand mijn karkas
ik wil blijven kijken
maar ik loop vast
Het mannenrecht
zij hebben
alles al gehad
kale rotsen
uit het rif langs
wiens uitlopers
duinen wandelen
gedragen door een
verschroeiende wind
onder een heldere
maan uit de duizend
en een nachten
in het emotie volle
verwachten van
de fata morganes
in de groene rust van
de koele binnenplaats
waar het
geroezemoes van
de bazaar niet meer
te horen is en
alleen de scherpste
melanges uit de
kruidentuinen nog
net te ruiken zijn
in deze bijzondere
mêlee heeft
het mannenrecht
zijn lichtgekleurde
tint gekregen door
het bloed van
generaties leven
in nemen en geven
waar karakteristiek
perspectieven plooit
looit zon een
tanige huid waarin
van ogen vol passie
in lange nachten
vurige hartstocht
is te verwachten
Parelde de eerste lach
zij kierde
het nieuwe licht
in een oogopslag
vol verbazing
door een vrijwel
eerst ontmoeten
in wederzijds
begroeten wordt
behoedzaam getast
juist het oude
bleek geen last
in solide kracht
snel parelde
de eerste lach
door een lucht
die eindelijk
schoner dan zijn
schepping was
waar somber
stoffig en vervuild
het milieu regeerde
is het tij uiteindelijk
ondanks alle scepsis
ten goede aan het keren
nieuw elan trekt
regenbogen in nooit
geziene kleuren bloemen
bloeien historische geuren
de verwondering voorbij
voelt de mens zich vrij
Auragolven
ik zag
hoe zij in passeren
de kleine auragolven
van ieder activeerde
kleuren lichtten op
werden warmer en feller
in het uitkristalliseren
van de persoonlijkheid
haar bel van energie
raakte niet leeg
pulseerde steeds heftiger
in samen beleven
vitaliteit vonkte
ruiste en bruiste
geestdriftig werd
nieuw elan geboren
stralende ogen
in uitverkoren blikken
die het schitterend gekleurde
ego toonden van het nieuwe ikke
Tredmolens voorbij
ik liet mijn
donkere stappen gaan
bleef zelf staan
in onthutsend duister
de tredmolens voorbij
voelde vrij van
dwangmatig koersen
zonder roergangerszweep
het eerste licht
markeerde kanten
die zicht gaven op een
eindeloos verdwijnpunt
ik ervaarde diepte
in een voorheen
draaiende wereld
als een tollend plat vlak
licht loos heeft tijd
alle dimensies met
voeten getreden en
van heden de spil gemaakt
zonder perspectief
ben ik verloren geraakt
tot ik zwart heb gekraakt
door niet uit te stappen
Stilteverhalen
nooit heb ik
magie uit je
vingers zien stromen
voelde wel een
lichte trance als we
in het bos liepen
te midden van
stilteverhalen alsof
geesten ook overdag sliepen
je voelde langs de
groene vleug van het mos
als plaats voor leven
situeerde een
illustere samenkomst
om de nodige info te geven
activeerde en
wiste netwerken
van bomen en struiken
inspecteerde fuiken
bij vennen en duikers
controleerde de vangst
nog voelde magie
menselijk in droom
en slaapverwantschap
mystieke lucht
proefde al veel ijler
zonder body als verwijler
ongrijpbaar en niet te
duiden in aannames als
stenen verzuilde vitaliteit
waar massa flitste ons
met het weerlicht belichtte
van totale onwetendheid
ook jij had dan dat vage
onbereikbaar roerloos in
niet aanspreekbare vlagen
Tegenspel
een rollercoaster
aan emoties ging
voorbij in je blik toen
ik zei we gaan spelen
de spanning van
winnen of verliezen
maakt je blij door
tegenspel te geven
ik heb vertrouwen
in eigen vaardigheden
zo heb ik mijn grote
verliezen altijd gemeden
jij bent gespind op
de toevallige zaken
die maken dat jij vaak
tot winst kunt geraken
van manipulaties
hebben wij geen kaas
gegeten willen er
ook niets van weten
een ontspannen gooi
met een losse zwaai
geeft aan de steen
zijn eigen ultieme draai
spanning is toegenomen
tot het hoogste explosief
wie wordt de winnaar
en wie neemt zo zijn verlies
Zweart hart
in het zwart hart
speelt licht nog
met illusies omdat donker
geen schaduw kaatst
jij bent de eenling
die daar naar binnen gaat
in oprechte bewondering
de rest achter zich laat
er zijn geen contouren
op muren van kracht
en emoties die pulserend
bewegen in leven geven
soms varieert
licht naar helder rood
als zuurstof zijn
opgelichte kleur bloost
kom ga mee terug
naar de lichte pigmenten
buiten waar zon en huid
nog van schepping getuigen
Geen lucht voor vocalen
zij omvatte
ademloos mijn huid
ik had geen lucht meer
voor vocalen
maar in de bellen
die stegen en daalden
kon men mijn boodschap
uitstekend vertalen
er was geen huis
we stroomden in en uit
al naargelang de stroming
en stemming van de zee
nooit waren wij alleen
vissen zwommen net
zo gebonden als vogels
vlogen in hun rijk alleen
men had of werd gegeten
honger was de beste kameraad
om vief en alert te blijven
de slimste en rijksten de baas
Carrousel van geluiden
zij wist feilloos
het kleine noodkreetje
uit de carrousel van
geluiden te filtreren en
de plaats te positioneren
haastte zich snel
naar de dreumes die
knel zat met haar
voetje in een stoeltje
van de draaimolen
de handjes hoog
een blonde lach
met opgetogen ogen
maakte ze het
eindeloze rondje af
zij kende de weg
tussen hoog en laag
met het extra timbre
in nauwelijks hoorbare
sferen die angst genereren
De wereld van ginds
lief schreef
een droom haar
verhaal in de
mimische spieren
van je gezicht
in heerlijke
ontspanning liep
jij door de wereld
van ginds waar ook
je lach zonnetjes bracht
in kleine klanken
klonk de tijd van
vele generaties zonder
strijd en spijt in
gelukkig samenleven
toen remden
je ogen en in een
langzamer bewegen
kwam je tot leven totaal
verrast door waar je was
Op papier
zij had zich
morgens al gekleed
in de contrasten
waarmee zij
haar werk deed
haar en ogen
sprongen uit het
wit van verzorging
de lach innemend
met een gaaf gebit
het is druk
cliënten kijken
vaak benauwd
want op papier zijn
zij het slachtoffer hier
signalerend vraag
ik naar de zuster
van de prik wel een
knik maar niemand
herinnert zich haar gezicht
heb toen het
compliment gegeven
dat zij anderen helpt
met overleven maar ook
zichzelf niet mag vergeten
Warm donzig bloot
zij draagt in pracht
van klederdracht
de herfstmand
met stralende lach
haar appelwangetjes
blossen zomerrood
een huid met nog
het warm donzig bloot
langgerokt schrijdt zij
langs hongerige ogen
die verlekkerd kijken
wat geuren beloven
een schitterend
assortiment van
een kwaliteit die ook
dit jaar ongekend is
een heerlijk defilé
van kleur en smaak
dat noeste arbeid op
het veld snel vergeten doet
Bruisend leven
jij hebt je
namen geschreven
op alle delen
van jouw leven
in het bos
vliegt plots
een vogel op
met veel misbaar
door die scene
schrik je op in
auditief herinneren
een regelrechte top
op het donker
spiegelend meer
schrijft maan zijn
intrigerend wassen
wij rafelen
ondeugend aan
de kant zijn gezicht
met golfjes in plassen
nog staan op
het verre strand
jouw sporen naar de
horizon in drogend zand
namen zijn
niet meer te lezen
maar de print barst nog
van het bruisend leven
Geen pose
zij kende
geen pose in
de verstilling
van het moment
altijd waren
haar ogen aan
beweging en
voortgang gewend
souplesse en
charme gaven
haar zwier met
een lach van plezier
haar dynamiek
piekte velen tot
zaken die zij anders
gewoon zouden laten
zij ging hen voor
zonder drempelvrees
door de poort van een
ongekunstelde wereld
waar materialen hun
onbezoedelde ziel lieten
zien in samen op weg
ook naar kunst misschien