Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
De techno beat van idolen
ik heb stappen ondernomen
die in het vervolg
de kleur en stijl gaan bepalen
van mijn bestaan en dromen
waar verlangen
de hemel altijd heeft gesierd
en in hoop muziek was te horen
zal nu uitbundig feest worden gevierd
niet op de laag bij de grondse manier
waar het aardse zichzelf verliest
in boertige grollen en grappen maar
waar het hoofse cultuur en beschaving verkiest
eindelijk zal nippen
het eeuwige zuipen bedwingen
gedekte tafels zullen verfijnd het diner
bezingen dat keurig wordt uitgeserveerd
dansen op strijk van violen
is anders dan de techno beat van idolen
converseren een luchtig tijd passeren
van welopgevoede dames en heren
wij zullen ervoor moeten waken
niet in de valkuil van exclusiviteit te geraken
in het scheiden van gewoontes en geesten
is creativiteit altijd een stiefkind gebleven
Een verre stilte
ik zag je ogen
neergeslagen
je had van die dagen
dat je onbereikbaar was
waarop zelfs
je lach
een verre stilte
in zich had
toch keerde jij
je nooit
van ons af
omdat je om ons gaf
dan was er weer
het raken
in steeds opnieuw
contacten maken
het ontdekken
van je eigen plekken
in samen gaan
voor een gelukkig bestaan
De blazer van het glas
nee ik was niet
de blazer van het glas
dat jouw kwetsbaarheid omhulde
jij vulde al een ganse stad
met tal van heilige huisjes
vaak gaf ik in betreden
al mijn signalen af maar
de luiken gingen regelmatig
naar beneden in de antwoorden
die jij altijd in voorraad had
toch is nog onverwacht
je onbereikbaarheid gebroken
we hebben de scherven geraapt
van het pad dat was gekozen
onwennig maar de ruimte doet ons hopen
Schatkamers vol zonden
verguld is de schijn
van tekening en schilderij
in schatkamers vol zonden
in museaal vergapen
laat men de botten kraken
als de heerser dat gebiedt
nog spat het bloed
van galg en rad waar
koppen rollen zonder gat
gekochte moordenaars
lappen rechten aan hun laars
op een slagveld zonder eer
de koning doet het weer
maakt niet uit in welk jaar
geen haan kraait ooit voor tribunaal
Een handje zwart
ik wilde weg uit grijs
ben met wit begonnen
maar verdwaalde in het licht
heb wat schaduw genomen
om de grote vlakken
met structuren in te tomen
met een handje zwart
ben ik gaan contrasteren
heb belangrijke accenten gezet
scherp is nu de toekomst uitgelijnd
tussen zwart en wit leeft heden
langzaam grijzend tot verleden
Gevoel
Ken je dat gevoel?
Dat gevoel wat je niet zo makkelijk kan beschrijven?
Gewoon dat je even weg bent van de wereld,
weg van wie jij eigenlijk bent?
Niet wetende wat je allemaal aan het doen bent?
En de dingen die je doet, gaan niet helemaal hoe het moet?
Je hoofd zit te vol en slaat daarvan op hol!
School, liefde, thuis, alles is wel een probleem.
Maakt niet uit waar je bent, hoe je bent,
er is altijd wel wat, kijk maar om je heen.
Dat gevoel van waarom voel ik me zo?
Ik heb het goed, er zijn genoeg mensen die willen ruilen!
Maar in plaats van zo denken lig je te huilen?
Tranen die lopen over je wangen,
en hoofdpijn van het druk maken om niks
en je rot voelen om dat gevoel?
Lachen.. dat is je masker.
Die bijna niemand ziet
Je kleine probleempjes waar je tegen aan loopt opkroppen
tot dat je vol zit.. en weer opnieuw begint.
Waarom? Waarom? Voel ik me zo?
Die vraag herhaalt zich elke keer maar weer.
En elke keer kan je die vraag maar niet zelf beantwoorden.
Zijn lichtend gezicht
heb de wolken zien kleuren
tot een buiig geheel
de frontale wind zette hen
het mes op de keel
de zomer school
achter sluiers met regen
frivool doken nog vogels
de omslag hield ze niet tegen
het zwart is verwaaid
tot het rafelige wit
zij geven oplossend de zon
weer zijn lichtend gezicht
Dat nog geen vleugels had
als kleuren vervelen
vormen niet meer spelen
ligt chaos op de loer
dan volgen lijnen niet
hun natuurlijke baan
schieten uit in grillig gaan
vlakken contrasteren
gaan vloeken in het
samen uitproberen
een vonk ontbreekt
de magie is zoek
inspiratieloos het doek
en toch beweegt
er iets in het klad dat
nog geen vleugels had
in een mystieke zucht
heb ik het schilderij voltooid
het is kunst van nu of nooit
Zindert de evolutie
is leegte te vullen
zoals het wad menselijke
sporen kan verhullen met een
krachtig hart in eb en vloed
een meeuwenveer
met sterke pen beschrijft
de strijd zonder grenzen
op het slagveld van het leven
dat altijd winnaar is
van eten en gegeten worden
cirkels haken in en sluiten met
op ieder niveau andere gebruiken
tussen zand zee en lucht
zindert de evolutie
hoog daarboven de meeuw op
zijn vlucht door de schijnbare leegte
Onder handbereik
de hemel
onder handbereik
met een eeuwigheid te gaan
het mocht niet zo zijn
het glas is gebroken
de glans lijkt vervlogen
maar aan de voet
doet nieuwe aarde het goed
weer zal alles groeien
wel ander kleuren bloeien
en het groen is wat rijper
spiegel me dit leven maar blijvend
De namaakheroïek
het vlammend zwaard
staat roestend
naast de open haard
het vuur van
sagen en legenden is gedoofd
door de dagelijkse tv-ellende
de namaakheroïek
van de massa media
verkent in plastic zijn gebied
verdwenen zijn
de heksen op de waag
sprookjes spelen niet de baas
het schermpje regisseert
jouw leven want jij bestaat alleen
als je nu een like kunt geven
Het aardse slijk
het is de slang
die ik moet volgen
maar veel liever mijd
zij glijdt
in onmogelijke bochten
door het aardse slijk
de wrede ogen
maken geen onderscheid
zij bijt altijd
het gif van hebzucht
is genadeloos
in een levenslange strijd
zij bood mij
de appel aan
symboliek voor macht
hoogmoed heeft
de eerste hap gedaan
het paradijs verkwanseld voor wat slijk
Maar je ogen spraken
zag je schrik
toen ik je raakte
mijn vinger in de jouwe haakte
een licht verweer
en toen niet meer
maar je ogen spraken
in luchtigheid
zijn we gaan lopen
herinneringen kwamen boven
de angst voor het geluid
het kraken van de trap
zond die signalen voor zich uit
de klink deed open
waar je gedachten sloten
wachtend op wat moest
tranen zijn verdwenen
kou en kilte zijn verschenen
in afweer van intimiteit
vandaag heb jij je hand geopend
je eindelijk weer laten zien
samen naar meer licht misschien
Een steen uit duizenden
je paste
feilloos in mijn hand
een steen uit duizenden
ik zag
de breuken komen
gelukkig aan de buitenkant
er was verval
tijd trok zijn sporen
tot onverwacht de kern brak
jij viel uiteen
niets kon me meer bekoren
de schepping was totaal verloren
Maar achter maskers
verguld zijn zij
met vaandels en trompetten
maar achter maskers
schuilt de lust in binnenvetten
losgaan met gods zegen
dag en nacht ten ondergaan
aan drank genot en waan
zonder rekenschap te geven
doorhalen tot
dolle dinsdag 's nachts
met vriend en buur als
om twaalf uur het masker valt
genoeg gelald
afstand krijgt de overhand
spijt zit met de stukken
lijmen zal nu ook de heer niet lukken
Waar staat je wieg
in de sloppenwijk
braakt leven
zijn geboortes uit
terwijl rijken
hun eenzaamheid
achter hoge muren slijten
het bestaan
toont dagelijks dit
mensonterend onderscheid
waar staat je wieg
in de roulette van de tijd
wie geeft handen aan jouw zekerheid
Een vreemde met mijn naam
je keek me aan
een vreemde in de spiegel
met mijn naam
je ogen zeiden woorden
die ik niet verstond
je mond leek op de mijne
zag je gebaar
een lach vol kleine weetjes
ik zwaaide maar een beetje
ben weggegaan
keek achterom en zag ons samen
vol verbijstering in de spiegel staan
Dure schijnintimiteit
waar kommer en kwel
de wereld regeren
gespuis de huizen kraakt
glinstert aangeboden liefde
onverhuld en smoezelig
omdat de kleur opraakt
dure schijnintimiteit
die door goedkope woorden
geen diepte krijgt
maar platvloers opgaat
in te snel bereikte climaxen
van patsers in vergetelheid
kijk maar niet om
de zelfkant heeft geen gezicht
voor anonimiteit ben jij gezwicht
nu durf je weer te schreeuwen
tegen de golven van de zee
alleen echte liefde breng je zelf mee
De wortel van gespletenheid
ik rol voorzichtig
het papyrus uit
breekbaar na zo'n lange tijd
letters fluisteren betekenis
vloeien rimpelend
ineen tot muren water
in de doorgang
trekken karavanen langs
vluchtend voor egypte's slang
het is hun laatste gang
na vele plagen
daagt het beloofde land
maar de wortel
van gespletenheid
raken zij niet meer kwijt
de vloek van het paradijs
spreekt vele talen en weet
nog steeds de toekomst in te halen
Raapte het applaus
ik raapte het applaus
dat nog opklonk tegen
de sluitende gordijnen
zag de glinsterende ogen
warme lach en bloemen
langzaam uit beeld verdwijnen
voelde het succes
maar kon er niets van vinden
in mijn chaotisch diep van binnen
wilde terug naar de zaal
om weer de flow te proeven
van mijn allerlaatste verhaal
nog één keer volmaakt gelukkig zijn
maar ik stond daar lamgeslagen
aan de verkeerde kant van het gordijn