Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
De hardhouten tijd
strak dreunen
slagen van
de hardhouten tijd
het donkert
boven de toren waar
weerlicht zich spreidt
het bronzen getingel
van carillon en klok
komt vrijwel niet aan bod
waar uren splitsen
met veel kabaal als zij na
laden onverwacht aarden
dit grote magisch
realistische doek doet
het goed in de kunst
waar de kippenvelfactor
versleten is door schaarsheid
aan echt gevoelde emoties
de gespleten tong
furore maakt in fantasieën die
raken aan ons archaïsch verleden
Eenmaligheid
warmte fluctueert
ik drijf van
hoog naar laag
in koesterende pulsen
heb geen gewicht
maar deel oppervlak
dat van kleur verschiet als
het een andere deining biedt
ik kom niet dichterbij
er zijn langszij geen
vergezichten die oplichtend
afscheid nemen als partij
ons motto is
voel je even vrij
zonder aardse beperking
alleen met ons erbij
deel je talenten
schenk anderen waarin zij
ooit tekort gekomen zijn
ga voor de lach en maak hen blij
onbekend en naamloos
is ontmoeten hier
eenmaligheid staat garant voor
dit uniek contact met de overkant
Vlijmscherp
licht en schaduw
streden schemerend
hun wedstrijd waarbij
contrast de tijd
als zwaard hanteerde
zij blonk vlijmscherp
het eindsignaal in
de laatste flikkering
van deze heroïsch
gespeelde ronde
zacht duister legt
zich tevreden neer op
de bereikte plaats
maar donker kent nog
een laatst flits verweer
ongezien door velen
koestert hij nog de
agressie van verlies
een lichtend voorbeeld
van balans en logica is hij niet
Mijn pennenvruchten
ik weet
dat ik nooit
goud zal schrijven
mijn pennenvruchten
reiken niet
naar het eremetaal
zij zijn
slechts een gebaar
van goede wil
wellicht een
hoopvol delen dat
zwaarte kan schelen
het samen
ervaren polijst
hoekigheid in gebaren
jullie hebben mij
letters gegeven die ik in
woorden heb teruggeschreven
De maaier
zij witten
pril groen
met oranje hart
groeien cirkels
in groepjes
tot bloemenpracht
pas als
het gras de
hoogte in schiet
rijp zaad
de maaier
naderen ziet
dan wordt wit
met oranje hart
mijn madelief
Het eeuwig loof
zij wisten zich
ooit opgetuigd
als goden in de
wereld van mystiek
voelden zich er thuis
het archaïsch huis
heeft alle tijden overleefd
er was geen generatiekloof
in het vitaal cyclisme
van het eeuwig loof
toch wordt haar
krachtige moraal ook
regelmatig ingehaald
door decadentie en de
wuft corrupte uitspatting
dan zakken rijken
in elkaar bewoners
verdwijnen waar bendes
verschijnen onder het
los zand regime van onbenul
zelfs de goden hebben
spijt van vadsigheden en
dagenlange bacchanalen
gaan de bezem er weer
door halen in nieuw begin
we zien het in herhaling
door de ster van bethlehem
zelfs de herders dragen
nog hetzelfde hemd als toen
het kindeke geboren werd
Nivellerend
ik voelde hoe
de wind duwde
geleidelijk aan steeds
meer vat op ons kreeg
wat eerst nog
plaagstootjes waren
bleken ineens
heel serieuze gevaren
wij werden
voortgedreven met
intense kracht door een
massastroom vol macht
die nivellerend
zijn route koos
waarvoor leven het
hoofd deemoedig boog
ik zag materie in
het zwarte gat verdwijnen
weerspannig kraakte tijd maar
herinnerde zich eeuwigheid
Zacht samen zingen
ik heb
hun ogen gezien
sprekend passievol
en in vlaagjes verliefd
werd gefocust
door hun emoties
de rest van de gezichten
herinner ik me niet
lichaamstaal
completeerde
woorden en zinnen die in
blikken leken te beginnen
ieder had zijn verhaal
ik verstond zelfs de taal
heel diep van binnen
in een zacht samen zingen
het zal de melodie
zijn geweest die vele
tongen beroerden en ons naar
een zalig pinksteren voerden
Aflandig tij
de rots en jij
kameraden in status
bewegingloos en vrij
samen een eiland
in het woelige water
van aflandig tij
het was jouw plek
waar de wereld verging
terwijl jij droomde
jij kende het stromen
keek ook niet om
wist wat er zou komen
jullie contact
was een plastische relatie
gingen er samen voor
waren een baken
in zee waar ieder de
eenheid kende in twee
Naar de hemel
wij hebben de
afgoden achter ons
gelaten met hun blaten
en straffende hand
ooit hadden wij samen
de horizon als perspectief
wij volgden hun verre
blik die onfeilbaar alles wist
maar toen hoogmoed
ter discussie kwam
hooghartigheid het overnam
werd sektarisme ons regime
van persoonlijke vrijheid
was men niet gediend
brood werd met verdoemenis
en dood opgediend als godenspijs
wij hebben de prijs van
uitsluiting betaald en onze eigen
weg naar de hemel genomen
als die tenminste nog bestaat
Vrijheid op vleugels
jij waart
door gebieden
raakt aan vrijheden
met de status ongezien
of nog niet vertoond
waant jezelf los
van alles wat
met aarde bindt
alleen nog ik maar wij
zijn elkaar goed gezind
het zijn vreemde
transfers zo zonder materie
alleen de gedachte is
al snel genoeg om onopvallend
meteen ter plaatse te zijn
als een geur de wereld
voorbij in kleur niet
gebonden aan seizoenen
delen zonder bezitten
genieten van schoonheid opzij
mijn woorden beperken
jouw ervaren duiden op
bindingen die niet meer bestaan
maar mijn aards wijzen ziet
nieuwe vrijheid op vleugels gaan
Op zwart
het is voorbij
de schermen staan
overal op zwart
er is helemaal
geen leiding meer
ieder gaat apart
mensen zijn verdwaasd
ineens verstoken
van hun speeltjes
nog zijn er
enkele enclaves
die digitaaltjes vragen
zij schermen zich af
willen niets meer met
anderen te maken hebben
communiceren gaat
weer als vanouds met
ogen stem en lichaamstaal
er zijn geen
misverstanden in verbinden
alles doet onmenselijk zeer
er wordt niet
gegraaid want delen geeft
verantwoordelijkheid aan velen
ja ieder draagt
zijn steentje maar ook
eindelijk zijn talenten bij
kunnen wij alsnog een
nieuwe wereld bewonen door
de andere eens grondig te schonen
Het kirrend gelach
hun geroezemoes
heeft een toonsoort
dat het onze niet kent
onstuimig in tempo
gelardeerd met uithalen
in hoge tonen gesticulerend
het kirrend gelach
speelt met de ernst van
zaken doen zonder beklag
de massa is
organisch en ademt
de primaire levensgeur
de compassie is
verbonden aan boodschappen
en het even weg van thuis
ook zij onderhouden
netwerken in eigen
en vooral familie belang
houden hun benen gesloten
weten de mannen bedrogen
in hun orgasme van macht
Spiralen van zand
ik wist dat zij
zouden komen
kleine spiralen van zand
voelde ‘s morgens
de zon al prikken op
mijn gezicht en hand
ook het steels
verschieten van
de duinse schaduwkant
waar de alom
aanwezige gekko's
kartels stappen op de rand
nog hangt in de pittige
geur van olijven ui en
paprika een kip te garen
op het vuurtje dat
maar niet uit wilde gaan in de
discussie onder de volle maan
De zeewaterse kou
ik zag ze allemaal
passeren in condens
rond het stoffelijk element
hebben zij zich gedrapeerd
soms herkenbaar als mens
zij vormen naast elkaar de
grens tussen vochtig en blauw
waar luchtig transparant
de warmte laat schieten
tegen de zeewaterse kou
wordt dit toekomstig reizen
het verblijven in moleculen
waaruit je bent opgebouwd
eenmaal aangekomen word
je milieuvriendelijk geschouwd
het parkeren is gedaan
alleen de maan heeft nog
een eigen plek als stek waar
jongeliefden anoniem de
vorm kiezen die hen belieft
ik was verkeersagent
deze manier van verplaatsen
zal mij overbodig maken iedereen
gaat op zijn beurt zolang de zon
de lengte van je schaduw keurt
Zusters en witte jassen
ik wist de kamer
niet meer te vinden
hij was wit en blauw
van binnen met
zitje en raampartij
de geur was antiseptisch
gesproken woorden
kwamen langzaam terug
bedachtzaam afgewogen
zwaar van waarheid gedogen
ik was verdwaald tussen
zusters en witte jassen
die elkaar beglimlachten
op een professionele manier
maar waarom was ik hier
later bleek alles toch
opgelost te zijn
ik was niet met de auto
of per trein maar met
de lift naar de 12e etage
natuurlijk was ik
in de war ook chaos
volgde de sporen die ik
kruiste maar verhuizen was
zelfs voor mij een brug te ver
ik wilde van het strand
genieten zonder drukte
om me heen en kende
van vroeger het gebouw
met fantastisch uitzicht op zee
Hun hoge hoed
zij waren spelers
in dezelfde scene
het spel kenden
zij ondertussen wel
alleen de intonatie
en het stemgeluid
verraadden deze avond
de kwaliteit van hun huid
hun blikken
troffen niet elkaar
daarvoor waren zij al
veel te lang een paar
de ogen bespeelden
het publiek deelden
met hen leed en lief
maar toch met happy end
het venijn is de surprise
uit hun hoge hoed
helaas kende hij
het konijn al veel te goed
Zelfs als glimp
je zwarte hoed
was handelswaar
completeerde altijd
jouw outfit in
het openbaar
een bekend verschijnen
zelfs als glimp kon
jij nooit onopgemerkt
verdwijnen alleen al
je ogen waren gekend
de gouden handtas
en je dito nagellak
gaven stof aan een
karakteristiek in hun
kleine roddelcircuit
maar wie al jaren
op de set verkeerde
genoot juist van
jouw subtiele kracht
in zwart onaangetast
jij had de tijd
en roddelbladen
in je macht want zwart
domineerde alle kleur
op het blanco blad
Stilte
het was als vuur
wij voelden het
alleen de warmte
ging ons voorbij
er waren geen vlammen
wel ongekende emoties
niet op een rij maar
in chaotische werveling
waarbij de een
snel de ander verving
om gaten te vullen die
alles zouden verhullen
het was stilte die
joeg door ons bestaan
het steeds laten gaan
van niet te raken zaken
waar is de stop
die de strop van ons leven
weer lucht zal geven
in een vrij kunnen spreken
met het geluid van breken
zullen woorden open gaan
hun talen laten weten en
voelen we de warmte weer aan
Vals zonnemoment
zij greep
een donkere wolk
tijdens zijn vlucht
door de lucht
verijsde de druppels
hagelde ze wit uit
aan de zwarte kant
van de dreigende bui
nog scheurde
spanning zijn bliksem
langs kartelige randen
om in donder te aarden
zij lachte in een
vals zonnemoment
regenbogen dichterbij
kleurde zo dit schouwspel voor mij