Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Typetjes en gnomen
ik heb afstand
genomen van
alle vreemde
typetjes en gnomen
die met menselijke
activiteiten nog
steeds onder ons
blijken te wonen
zij volgen de
gewone habitat
verdoezelen hun
eigenaardigheden
raderen vrijwel
probleemloos in
onze maatschappij
zonder storingen
hun optredens zijn
vaak individueel
in kleine kring van
accepteren pas als
groep durven zij
zich steeds bruter
en openlijker te
manifesteren
zij verdelen de podia
trekken op alle
manieren aandacht
met acties die de
gangbare norm meer
dan ruimschoots passeren
in een steeds indringender
en gedurfd proberen
Een bal demasque
wat heeft
een foto ons
nog te zeggen
over gezicht
en blik
waarmee de
wereld wordt
bekeken
ongegeneerd
kijken met
vrijblijvend
commentaar
zonder enige
kennis en dan
oordelen en
vergeten maar
alleen in
het extreme
het ongeziene
zit handel maar
blijkt toch vaak
een fopspeen
na een bal
demasqué
Aanpassen
we kunnen
geen puzzels
meer leggen
wij hebben
brokken
gemaakt in
onze vorm
en kleuren
ideeën
zonder duidelijke
woorden en uitleg
wij zitten
ermee omhoog
aanleggen
lukt voor
geen meter
veranderen
voelt als pijn
van een nederlaag
want aanpassen
is allang een
heel vies woord
geworden en
onacceptabel
het standpunt
en het eigen
podium dat ons
gegund is heeft
veel geschreeuw
gegeven maar
weinig wol
opgeleverd
Je lege maag
blond klauterden
lange ledematen
uit het rek
geen stormwind
en hagelregen
hield hen tegen
alleen om twaalf
uur werd er gegeten
vaste prik voor wie
er te laat zou komen
kon alleen maar
van de resten dromen
dat broodjes
overgeslagen werden
kwam zelden voor ja
tijdens het ongeluk
door alle drukte op
het onbewaakte spoor
onder normale
omstandigheden
konden wij dat
vrijwel nooit vergeten
daarvoor rammelde
al eerder je lege maag
Warme magie
ook wij
hadden ons
sprookjesboek
ook daarin kwam
vaak niet alles goed
natuurlijk was jij
niet altijd de
schattige prinses
ik maar zelden
de grote tovenaar
daarvoor deed
ik altijd te raar
wij speelden
het naturel zonder
verkleedpartij en
muziekinstrumenten
een spel zonder
knikkers de waarheid
kenden wij waren
ontdekkingsreiziger
bij onze eigen grenzen
stootten daar vaak
het hoofd en krabden ons
regelmatig achter de oren
met een tikje mystiek
openden wij andere
dimensies met warme
magie leek alles echt en
bestond als wij er maar
in geloofden en als de
oplossing niet kwam
dan droomden wij er een
Ademde schaduw
in de verte
zag ik je al
komen op
lange benen
die altijd
dansten in
mijn stoutste
dromen
je liep langs
zonnestralen
deelde gratis
warmte ademde
frisse schaduw
van de zonlicht
contrasten in
regenboogkleur
de laatste
stappen kwamen
niet vooruit alsof
wij blokkeerden
we waren bijna
huid op huid en
nog verdwaalde
verklaarde liefde
raken maakte
een explosief
geluid terwijl
wij kussend
implodeerden
alles moest er
blijkbaar toch
in een keer uit
Geurtjes verbloemen
zacht vlagen
duizenden druppels
waarin stukjes lente
hun kleuren al dragen
in het regenbooglicht
van voorbije dagen
geurtjes verbloemen
de namen van bloeiers
die al zon hebben
genoten in vroege en
latere uren op de dag
zij lachen mild nat
onttrekken zich
voor even nog
aan het gebeuren
net op en vlak boven
de aard dat al licht
groeiend groen baart
de schepping
evenaart met de nieuwste
genen na de desastreus
verloren strijd in vorige jaren
met toch weer adequaat
aangepaste zaden
Mishandeld en verkracht
in het sociaal
en maatschappelijk
verkeer moest en
zou de mens alles
uitproberen
liefde leed en
razernij helaas
spreken emoties
de daders snel vrij
jouw ogen zijn niet
blauw meer maar
bezoedeld met
afval grijze wolken
jouw inhoud is
leeggezogen en
vol geperst met gif
met lekkende
gaten in de atmosfeer
de natuur is hopeloos
van slag in het
zeer nauwlettende
radarwerk van
flora en fauna
de dominante en
kritiekloze mens gaat
alleen voor ikke en
de rest kan stikken
aarde is misbruikt
mishandeld
en verkracht de
zielen uitgeroeid
huizen uitgewoond
toch is het einde met
god weer een begin
hij staat met onvoltooid
verleden er midden in
Paasdagen
nog kan ik
de stap niet
maken om
de grijze
rolsteen aan
te raken
die zijn graf
blokkeert
waar nimfen
hem in witte
doeken hebben
gewikkeld
zijn wonden
gereinigd van
het kwade gif
en jaloers venijn
ik heb zijn
tocht gelopen
op de vrijdag
na het avondmaal
in gethsemane
waar judas zijn
verraad pleegde
voor het haangekraai
ondanks zijn dood
voelde ik de
stille eerbied voor
de gewijde belofte
om terug te komen
te verrijzen voor
zijn boodschap van
naastenliefde
die de apostelen
zullen uitdragen
aan zijn volk
ik wilde de
steen raken maar
voelde al de
lichte tocht die het
herrezen zijn maakte
Ook zij verrijzen
overal waren
de kapelletjes
warm en walmden
vele kaarsjes
dansend licht
dat vrede sticht
waar het
buiten guurt
weten mensen
hun huis en
haard met de
feestelijke tafels
gevuld met
allerhande
lekkernijen
bier al koud
en wijn op
temperatuur
met de hand
op het hart
vol goede
voornemens
belopen zij weer
het goede pad
Mystiek geweven
op de randjes
van slapen en
dromen lijken
vrome gedachten
samen met
maanstanden
onze geest
heel behoedzaam
binnen te komen
historische
verhalen uit
diverse religies
leggen hun
mystiek geweven
patronen aan
ons voor als deel
van het religieus
te beleven geheel
dat heilige schriften
hebben vastgelegd
van iedere tijd en die
door elke richting op
geheel eigen wijze kunnen
worden uitgelegd in het
warme perspectief en
de emotioneel menselijke
sfeer van hun bestaan
Gordijnt grijs
zacht en
vlagend grijs
gordijnt de regen
in somberbui
waar zon
de druppels
altijd doet
glinsteren
speelt de
koude wind
met lichte
onderkoeling
het voorstadium
van hagel hangt
nog in de lucht
die vriezend zucht
wij zijn niet
tegen dit plagen
opgewassen
ook niet tegen
de smerige
opspattende
plassen die ons
met vuil benatten
mei heeft pas het
groeizaam predicaat
april doet altijd al
wat hij zelf wil
Van hemel naar hel
we plakken
stukjes duister
aan elkaar
om het licht
geen kans
te geven te
zien wat wij
alzo meemaken
en beleven
niet alles
werd natuurlijk
zo naadloos
afgeplakt ook
wat contrast
kreeg zijn kans
voor nauwelijks
herkenbaar toch
een vrolijke sjans
stemmig
werd de ruimte
schaars verlicht
de oplichtende
bordjes uit
waren duidelijk
verplicht bij
de laatste
nummers slow
stilstaan was
de manier van go
met gesloten ogen
gingen alle
knoopjes open
werd begeerd
en gestreeld tot
de zaalwacht plots
het helle licht aandeed
men heel
verbaasd
wat kleding
schikte
ogen afgewend
om niet meteen
zich dood te
schrikken van hemel
naar hel gaat snel
Zachtjes natuurlijk
de weerslag
die lucht op
mijn oefeningen
had kreeg een
eigen intonatie
een dimensie die
zacht corrigeerde
als ik te veel kracht
in snelheid bracht
souplesse met
een visuele
component en
zichtbare harmonie
soms hoor ik zelfs
toeschouwers mijn
volgende oefening
voorzeggen ja
zachtjes natuurlijk
Jij mijn wonder
mag ik even
onder je
vleugels
schuilen
je vragen
mij te dragen
op deze lang
scherende vlucht
van het leven
samen met jou
proeven van
de stilte die
reikt voorbij
het rood van
de avondzon
die golven
glinsterend licht
laat rimpelen
ik ben
bezwaard met
zorgen die ik
niet opgeborgen
heb ze drukken
mij naar het
zwart van de
aarde terwijl
jij langs ijlt in
volle vrijheid
en ik de
gratie en
schoonheid
van je glijvlucht
bewonder in
haar spel
met wind en
zwaartekracht
jij mijn wonder
Besluitenloosheid
ik zwaaide
mijn handen
al zwart van
de aarde uit
het graf dat
ik aan het
graven was
zij liepen nog
in stilte hun
rondes tot ook
zij de tekenen
waarnamen
dat ook hun tijd
gekomen was
vertraagden
hun passen in
besluitenloosheid
om alles te rekken
wisten uit ervaring
dat bewegen
nog leven was
Kraakten noten
er was
geen boek met
een versleten
verhalenlijn
zij zat alleen
in een gewone
stoel op het
toneel te praten
tot zij haar
hand had
uitgestoken en
wij hem hadden
gepakt om met
haar mee te
gaan naar
ver onbekend
zeker als het
om van binnen
uit gaat dat
liet zij zien
in blik en
lichaamstaal zij
regisseerde ogen
hand en stem
wij spoorden
dezelfde richting
rangeerden scheef
en schots zij regelde
stops en lichten
kraakten noten
in de voortgang
die wij maakten
Onzichtbaar
ik keek
naar haar lach
daarin hoorde ik
geluiden van
dingen die ik
helemaal niet zag
raakte haar
hand en volgde
de lengte van
vingers tot
aan de eerste
polsband
las daar haar
levenslijnen
die in meervoud
alle eindes
onzichtbaar
lieten verdwijnen
Swipen
zien is evenbeeld
van gaan geworden
we zijn overal en
waar geen weerstand is
blijkt ook afstand
te zijn verdwenen
in de wereld is
delen van die wereld
zonder enige limiet
van de kleinste
moleculen en atomen
tot megazonnestelsels
maar zonder werk
hoopt de energie
zich op in de status
energetica die
potentieel geladen is
met creaties van de geest
we hoeven de
nabije werkelijkheid
niet steeds te swipen
samenkomen heeft
al van verre doen blijken
graag te willen delen
Was fobisch
jij lette
altijd op
mijn stappen
maar in een
gelijk ritme
kwamen wij nooit
hoewel als ik
mijn lengtes
regelde dan
paradeerden
wij wel tikje
kunstmatig
even schikken
was er van
jouw kant
niet bij
jij kon dat
helemaal niet
dat moeten
benauwde jou
het bewegen
door een ander
te laten regelen
was fobisch