Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Het laatste oordeel
ik lachte maar
de grimas trok
geen leven aan
stokte in zich laten gaan
het vuur was geblust
warmte verdwenen
de zielen hadden
maar even geschenen
onrust brandde
grote feesten in
orgastisch lange dagen
van wilde beesten
het zich te
buiten gaan was redeloos
omdat niemand naar
de toekomst keek
dans en pillen
gaven goede seks maar
de wanhoop in hun ogen was
besmettelijker dan de pest
hun bandeloos
fysiek verpozen
was slechter dan het ooit
op aarde had gemogen
toch hield men de ogen
nog steeds gericht op boven
in het laatste oordeel
was nog niets beslist
deel 4 in de serie apocalyps
Misdaadschroot
ik zal de koppies
eens tellen die ik
allemaal zal snellen
om wat zij mij
in mijn bestaan
ooit hebben aangedaan
het zijn allemaal
persoonlijke vetes die
in misverstand geboren
hun rijping hebben gehad
wachten op verjaring
of definitief vonnisbeslag
vergeving komt niet
aan de orde bij delicten
waarbij confrontatie
geen uitweg biedt
dood warm vloeit
door misdaadschroot
de in memoriams
zijn al getekend
verzegeld door de tijd
plaats en datum zijn niet
meer vermeld door hun
snelle gang naar eeuwigheid
Geest in psychose
ik heb leegheid
zien gapen uit
schuren vol oogst
na winterse dagen
heb altijd angst
dat tijd de weelde van
kringloop der seizoenen
niet meer kan dragen
dat krachten
der hemelen geschokt
zullen worden op een wijze
die wij niet kunnen begrijpen
als donker en licht
elkaar het bestaan
gaan betwisten en ons
naar toekomst laat gissen
dan zal continuïteit vergaan
door entropie van de geest
in psychose die zal
leiden tot fatale lethargie
Magistraal
je vleugelde
maar optrekkend wit
bracht weinig transparantie
in het met donker
doortrokken snelde je voort
heilloze angst in je kielzog
sneed scherp
aan bochten spiraalde
hoger dan ooit
in de vlucht
van je leven brak
voor alles jouw nood
jij hebt altijd van
wetten geweten en toch
koos jij een risicovol bestaan
magistraal hoe jij
op de toppen van je kunnen
de elementen beheerste
waar wij nu nog
moeten beginnen ben jij
al lang zegevierend binnen
Totaal onthecht
ik heb mensen zien staan
groepen met vage gezichten
op tal van perrons waarvan
wij nauwelijks het bestaan wisten
wij gingen langs
namen alles mee in een
nog niet ingepakt herinneren
door gehaast vertrek van overzee
proeven lucht in
duizend andere smaken
zien huizen en gebouwen
die wij thuis niet kunnen maken
stoppen op
vreemde plaatsen
het voelt niet echt
wij zijn totaal onthecht
pas na een lange rust
is er die zucht
stilte voelt weldadig aan
we delen nog dezelfde maan
Het eilandje mans
zacht maar
onverbiddelijk
trok tijd de
middag uit elkaar
er vielen gaten
die door paniek
niet meer te
dichten waren
realiteiten uit
andere dimensies
gingen voorbij in
totale vervreemding
waar wij verbonden
stootten zij af met
ongehoorde kracht
in botte interventie
nog drong het
niet op maar
liet zich zien zonder
raakpunt of emotie
wij wisten van de hel
maar dit ging ons
verstand te boven in
niet accepteren en geloven
het was geen séance of
buitengeestelijk scheuren
het eilandje mens voelde een
oceaan vol xenofoob gebeuren
Een vreemde selfie
ik heb het
schermpje aan
een vreemde
selfie kijkt me
verbijsterd aan
moet ik mijn of
zijn ogen geloven
van die dwaze
foto's zonder
kop of staart
hoewel de kop
en het decor
duidelijk maken
waar het over gaat
het was
alsof ik viste
in zwart water
pas bij het
ophalen zag ik
mijn vangst die
maakte me bang
omdat ik mezelf
niet herkende of
terug kon voelen
hoe ik ooit was
heb ik alles weggedaan
wil niets meer
weten van dat bestaan
Droom zonder eind
hij had lange messen geslepen
wilde af en toe steken
heeft zichzelf opengereten
in een droom zonder eind
toen het bloed was uitgelekt
de agressie langzaam wegebde
in een steeds zwakker pulseren
kon de dood hem niets meer leren
zij hebben elkaar de hand gegeven
samen broederlijk het glas geheven
proostend zag hij plotseling de zeis
met een nog vaag glinsterende kling
met op het scherp van de snede
zijn nog donkerwarme bloed
hij is als de donder verdwenen onder
het mompelen van een verschrikte groet
Angstdromen
ik heb angstdromen
in de ban gedaan
zij zullen mij
niet meer overkomen
sluiers zullen geen
ogen doven die niet bestaan
fluisterende stemmen
vergeten hun misdadig plannen
het gefolterd schreeuwen
en de eindeloze val
ik ken ze allemaal al
van opgejaagde creaturen
nooit meer zal ik
badend in het zweet
ontwaken om pas na uren
weer bij de tijd te geraken
want ik leeg
mijn overvolle geest
in een totaal ontspannen
alle rugzakjes zijn weggehangen
dan schep ik mijn
eigen wereld zonder vrees
waarin angsten nooit
levensvatbaar zijn geweest
Samen ter ziele
wij hebben onze zielen
naamloos geopend
de pijn geleden van
het er niet meer zijn
na wanhopige gebeden
samen waren we daar
zonder gezichten omdat
we niets van elkaar wisten
tot het moorden in woorden
die we niet wilden horen
de explosie het geren
paniek zonder perspectief
de inkeer en het weten
dit niet te zullen overleven
in de schreeuw wie ik ben
nog was er het spel
van licht en rook de dood
hoe hij zich boog en wij
al ver en hoog weg dreven
uit een al gespleten wereld
we gingen samen
ter ziele zonder te knielen
in een laatst gebed maar
wisten alwetend dat in afscheid
alles nog moet worden gezegd
Ik had angst
mijn tweede vader,
ja daar was ik heel bang voor..
als hij me aan keek was ik al bang.
nee, hij had geen goede invloed op me
ook was ik heel bang wanneer hij
ruzie maakte met mijn moeder.
dat gebeurde heel vaak.
ik had geen contact met hem.
maar aan het einde van zijn leven
werd hij erg ziek.
en veranderde hij helemaal.
ik mocht hem voorlezen en hem scheren.
hij vond het fijn als ik aan zijn bed zat.
gelukkig maar dat het goed is gekomen!
Het diffuse licht
waar mijn pad
altijd begaanbaar was
scherpen nu keien
de rest is spiegelglad
sporen van
mijn lange leven
zijn verdwenen
angst bepaalt de stap
dikke mist omringt
mij met stilte
het diffuse licht maakt
iedere richting ongewis
ik mis je hand
de compromissen die
wij altijd sloten als
we weer waren gestrand
zonder schaduw
zal ik verder gaan mijn
dromen heb ik meegenomen
een weg terug is afgesloten
Wereldwijde migratie
ik heb ze gezien
gezichten die alles
van iedereen iets wisten
in lijnen hun
bijbel gelezen met
verhalen over het leven
de overtuigende handen
die met spinsels van
woorden verbanden leggen
langzaam onze vrijheid
beletten door het
begrenzen van perspectieven
zij zijn de dieven
die in het bestaan onze
toekomst verloren laten gaan
willen de maatschappij
bepalen door onze geesten
met eenvoud op te schalen
de hoeders zijn daar
hun kuddes staan klaar
voor een wereldwijde migratie
De ster
de Avondster is zo prachtig mooi
in de hemel vol sterren
ik heb hem al vaak bewonderd
hij schittert prachtig
en het doet zo goed ernaar te kijken
het brengt me in hogere sferen
en maakt mijn hart blij en gelukkig
ja, het is goed in de koele avond
naar jou te kijken
naar je schittering en je hele zijn
ik zal nog vaak naar je kijken.
en je bewonderen!
Angsten teisteren mij
angsten teisteren mij
het doet heel erg zeer
het maakt me klein en
krachteloos
ik weet dat veel mensen
leiden aan angsten
en dat er mensen zijn
in isoleercellen
ik weet er alles van
ja, ik weet dat ik
met al mijn angsten
niet alleen ben
maar dat de heer
ons altijd wil helpen
niemand is eenzaam.
ik wil daarop vertrouwen
dank u, heer, voor uw hulp.
mijn angsten zullen verdwijnen.
dat weet ik zeker.
Ik wil mijn angst kwijt
ik wil de angst kwijt
die mij kwelt
angst voor geluiden
en angst dat ik
niet van mezelf hou
graag wil ik wat meer
zelfvertrouwen hebben
waardoor het leven
gemakkelijker wordt
ja, ik was altijd wel
zenuwachtig,
maar angsten zijn pas
later gekomen
ik heb er niet om gevraagd
maar ze zijn gekomen
door mensen die mij kwelden
ik hoop betere keuzes
te mogen maken.
waardoor de angsten
zullen slijten.
daar vertrouw ik wel op.
Mijn laatste snik
het is de alleen zijn pijn
die nachts uit schaduw
zijn tanden krijgt
vol venijn aan
zekerheden vreet
als ik zweet van angst
zelfs licht kan niet
verdrijven wat uit donker
naar me toe komt schuiven
een radeloze schreeuw
kan ik totaal verlamd
nog panisch uiten
voor ik wakker schrik
gedesoriënteerd dacht bezig
te zijn aan mijn laatste snik
met bonkend hart wacht ik
de dag maar af want het is fijn
om weer onder de mensen te zijn
1000 woorden
In een wereld vol bewondering
Waar jij even niet kijken kon
Verlaat jou angst in tijd en ruimte
Naar de plek waar ik niet klimmen kon
Want jou ogen spraken 1000 woorden
En in gedachten groeide een plek
Waar de storm de boel vernielde
En jij opnieuw de bloem had gestekt
En hoe verder ik bleef klimmen
Zag jou vrijheid steeds verder weg
Maar hoe hoger ik tot nabij kwam
Leed dit vanzelf tot onze weg
En nu storm en wind blijven hozen
En al het zon lijkt nu op
Dan zeg ik, kom, pak mijn hand "K"
Ik steek onze paraplu op
Het onbekende gif
ik struikelde over
een slang op de grond
die als stok vermomd zo
het warme wegdek vond
angst verlamde mij
was doodsbang voor het
onbekende gif dat ik
in hun scherpe tanden wist
toch moest ik
mijn hand uitsteken
om de val te breken
al sissend schoot hij weg
pas later kwam de schrik
ik bibberde begon me
licht onwel te voelen in
realisatie van het ogenblik
vallend tussen dood en leven
zag ik mijn geest zweven
in later stikkend overgeven
godzijdank was ik niet gebeten
Licht doorzichtig
ik stap voorzichtig
van steen naar steen
kijk rustig om me heen
de lucht is
licht doorzichtig
geladen met wat zon
er tintelt spanning
van een wachten op
iets dat dadelijk komt
heb mij omgedraaid
zag verleden tijd toen de
jaren werden teruggedraaid
het water stroomde woest
heb hem toen zien vallen
begreep niet hoe ik helpen moest
hij verdween zonder een blik
de schrik verlamde mij
die paniek bleef mij tot heden bij
ik voel nu weer de warme zon
gerustgesteld zie ik mijn herinnering
met het water verder stromen