Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
De techno beat van idolen
ik heb stappen ondernomen
die in het vervolg
de kleur en stijl gaan bepalen
van mijn bestaan en dromen
waar verlangen
de hemel altijd heeft gesierd
en in hoop muziek was te horen
zal nu uitbundig feest worden gevierd
niet op de laag bij de grondse manier
waar het aardse zichzelf verliest
in boertige grollen en grappen maar
waar het hoofse cultuur en beschaving verkiest
eindelijk zal nippen
het eeuwige zuipen bedwingen
gedekte tafels zullen verfijnd het diner
bezingen dat keurig wordt uitgeserveerd
dansen op strijk van violen
is anders dan de techno beat van idolen
converseren een luchtig tijd passeren
van welopgevoede dames en heren
wij zullen ervoor moeten waken
niet in de valkuil van exclusiviteit te geraken
in het scheiden van gewoontes en geesten
is creativiteit altijd een stiefkind gebleven
Echte vriendschap?
Elke dag opstaan met een lach? Nee, dank je, niets voor mij.
Je bent weg, weg van mij.
In mijn hart zit een grote leegte, in die leegte zat jij,
maar nu ben je niet meer aan mijn zij.
Ze zeggen ' Echte vriendschap blijft voor eeuwig bestaan '
Voor eeuwig? Onze vriendschap is verdwenen,
maar weet dat het wel echt was, dat ik wel echt van je hield,
dat je wel die één was waarvan er maar 1 stond.
Onze vriendschap was echt,
omdat ik weet dat je nu aan mij denkt, en ik aan jou.
Ik hou nog steeds van je zoals ik van niemand anders hield.
Weet dat.
Aan jou denken?
Waarom zou ik je missen
als je niets of me geeft.
Waarom zou ik je missen
als je dingen doet bij anderen
die je bij mij nooit hebt gedaan.
Waarom zou ik je dan missen?
Ik mis je niet.
Ik ben alleen boos op mijzelf,
dat ik de waarheid niet zag,
en dat ik meer om je gaf dan ieder.
So you're a bitch :)
Een vriendin die weg is
een vriendin die er niet meer is
jouw leven is stuk je kan niets meer doen
wat moet ik zonder u nu doen
mijn leven is gewoon stuk
ik ben gewoon mijn beste vriendin kwijt
ik zal je super hard missen, hou je goed daar boven
jouw hartje is dan helemaal gebroken
Jij bent het paradijs
het zijn jouw ogen
die de werkelijkheid
weer hart en ziel geven
jouw handen die me raken
en met hun warmte
mij eindelijk weer mens maken
woorden die opbeuren
me laten kleuren
in het beste wat ik heb
jij bent het paradijs
dat mij is overkomen
toen ik dromend je hemel vond
Keek langs me heen
ik heb je geroepen
maar je was al
naar binnen gekeerd
pakte je handen
om je te raken en laten
ontwaken uit lethargie
je lachte maar keek
langs me heen zonder
een blik van herkenning
leek blij met de aandacht
sprak onverstaanbare woorden
over wat jij in je geest hoorde
keerde langzaam
weer terug naar de onrust
van zoekende vingers
je lach is verdwenen in
starende ogen die al flauwtjes
jouw afscheid beschenen
Nieuw leven
Mijn leven is veranderd
Niet zomaar, niet gewoon
Maar heel speciaal
Want er is nieuw leven
Nieuw leven op de aarde
Iets wat iedereen mag weten
Mama heeft het goed gedaan
Ze heeft nieuw leven gebracht
Ik heb een broertje
En het slaap nu lief en zacht
Een verre stilte
ik zag je ogen
neergeslagen
je had van die dagen
dat je onbereikbaar was
waarop zelfs
je lach
een verre stilte
in zich had
toch keerde jij
je nooit
van ons af
omdat je om ons gaf
dan was er weer
het raken
in steeds opnieuw
contacten maken
het ontdekken
van je eigen plekken
in samen gaan
voor een gelukkig bestaan
Een rustige nacht
de nacht was stil
in de mantel van rust verborgen zich dromen
de volle maan leek breed te lachen
kijkend op het paar
de maan waakte over de dag
oh, wees niet bang, meisje,
want de sterren twinkelen zwijgend
de mist in de wijngaarden heeft
ook nooit jullie geheimen prijs gegeven
het is een rustige nacht
de onderhuidse hartstocht barst opeens
spontaan los. de sterren twinkelen feller
de mist ligt als een deken over de wijngaarden
och, meisje, je hebt een goede minnaar gevonden
de maan glimlachte: het was met de rust gedaan
(Geschreven in 2013)
De blazer van het glas
nee ik was niet
de blazer van het glas
dat jouw kwetsbaarheid omhulde
jij vulde al een ganse stad
met tal van heilige huisjes
vaak gaf ik in betreden
al mijn signalen af maar
de luiken gingen regelmatig
naar beneden in de antwoorden
die jij altijd in voorraad had
toch is nog onverwacht
je onbereikbaarheid gebroken
we hebben de scherven geraapt
van het pad dat was gekozen
onwennig maar de ruimte doet ons hopen
Alleen ben je zeker niet
Het gevoel dat je alleen bent
en niemand om je heen hebt.
Dat je het nut er niet meer van in ziet.
Je ziet dan nog maar een uitweg.
Terwijl er meer zijn.
Als je ervoor kiest om het boek dicht te slaan
doe je mensen pijn en verdriet.
Maar dan is het al te laat
en wat jammer dat je het niet ziet.
Dat er wel mensen voor je waren die veel
van je hielden en om je gaven.
En die zelfs in ruil voor hun leven
het jou weer terug geven.
Dus al je er ooit over nadenkt, doe het niet.
Het doet alleen nog maar meer pijn en verdriet.
Een toevluchtoord
Voor mij is muziek een uitweg.
Ik kan me gevoel er in kwijt.
Alsof het mij gewoon begrijpt.
Als ik er naar luister vergeet ik al
mijn problemen. Net als of ik ze
nooit heb gehad en ze er nooit
waren geweest.
Een laatste sterven
zag het water stromen
met op de oevers aangespoeld
restanten van gebroken dromen
vlijmscherp nog
oplichtend met kristallen flonkering
een laatste sterven in herinnering
gegidst door zon
kon ik het naderen en
openbaarde zich mijn vondst
de glazen torso van een vrouw
gehavend door een lange tocht
langs krib en smalle bocht
ooit blies een kunstenaar
haar inspiratievol het leven in
straalde zij in transparant bestaan
nog heeft zij haar doorzichtigheid
maar glamour en begeestering
zijn als dromen in de tijd vergaan
Hij draagt me door seizoenen
in de winter koopt hij me een groene muts,
want die kleur past bij mijn ogen, zegt hij
verzorgt hij mijn voeten
zodat ze warm blijven in de kou
in de lente is hij mijn zonneschijn
en wil ik nergens liever zijn
dan in zijn liefdevolle armen...
oh, hij draagt me door seizoenen
in de zomer laat hij me niet verbranden
en 's avonds gaan we uit in de stad
lopen hand in hand, blij als kinderen
delen zwoele nachten met de sterren
in de herfst, wanneer de dagen grijs zijn
kleurt hij mijn leven met zijn gezang
liefdesliederen, gezongen in de nacht, voor mij
terwijl de regen zachtjes tokkelt op het raam
oh mijn lief, hij draagt me door seizoenen
Van duizend madelieven
ieder jaar weer
word ik verliefd
op jouw lentemuziek
die klinkt in je stem
waarvan de kristallen tonen
verwaaien in warme wind
speels fonkelt
de melodie van je ogen
in kleuren die alles beloven
zacht dirigeert lichaamstaal
het bloeien van onze bloemen
naar de voorjaarsfinale
weer luidt het geel wit
van duizend madelieven
jou in als mijn liefdesbruid
Blijf sterk
soms moet je kiezen, of de bladzijde omslaan of het boek sluiten.
maar ik blijf sterk, negeer de haters en sla steeds opnieuw de bladzijde om.
maar ik weet zeker dat het toch ooit mis gaat.
dat ze me niet meer van het leven kunnen ontslaan, maar dat ik ontslag neem.
Spijt, ik wil... sorry zeggen
Sorry, ik ben dom geweest.
En ben jou kwijt geraakt
hoe kon ik zo dom zijn
ik vergeef het mezelf nooit
maar ik hoop dat je mij kunt vergeven
en dat alles weer goed komt, ik hoop het
nogmaals sorry voor mijn domme gedrag.
Schatkamers vol zonden
verguld is de schijn
van tekening en schilderij
in schatkamers vol zonden
in museaal vergapen
laat men de botten kraken
als de heerser dat gebiedt
nog spat het bloed
van galg en rad waar
koppen rollen zonder gat
gekochte moordenaars
lappen rechten aan hun laars
op een slagveld zonder eer
de koning doet het weer
maakt niet uit in welk jaar
geen haan kraait ooit voor tribunaal
Een handje zwart
ik wilde weg uit grijs
ben met wit begonnen
maar verdwaalde in het licht
heb wat schaduw genomen
om de grote vlakken
met structuren in te tomen
met een handje zwart
ben ik gaan contrasteren
heb belangrijke accenten gezet
scherp is nu de toekomst uitgelijnd
tussen zwart en wit leeft heden
langzaam grijzend tot verleden
Het rag is verwaaid
wij sponnen een web
ieder met eigen draden
kwamen in het kruis samen
met vlechten en hechten
beschermden wij onze plek
zij aan zij de wereld voorbij
leken vrij in doen en laten
maar wat wij maakten
bond ons te veel aan elkaar
wij waren geen jagers
maar voelden ons prooi
met het web als bewaker
het rag is verwaaid
de spinsels herinnering
aan ons pril onervaren begin

