Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Rotst als branding
ik heb je
op een stoel gezet
niet op een troon
hoewel in dit decor
is dat heel gewoon
mijn teksten gaan
als zij bij jou zijn
aangeland voorzien
van kant en tekening
al snel van hand tot hand
jij draait niet
met de winden mee
rotst als branding
in een zee van emoties
onder zwaar bewolkte lucht
nog krijst een vlucht
van snelle vissenvangers
laag over het zilte schuim
dat in applaus succes
betoond met opgeheven duim
het is ons toneel
waarin mijn woorden
langdurig zijn verzwegen en jij
ze zoveel lading hebt gegeven dat
onze stilte hartverscheurend is
Ogen van de ziel
het grijs
jaagt voort
met een
schorre kreet
een witte
flits die
stralend blauw
vergeet
zwart
gesnaveld
bevleugelt
hij het ruim
een projectiel
dat overleeft
geleid door
ogen van de ziel
Met zachte hand
ik heb geprobeerd
van de wind te leven
de woorden vlogen langs
er is er niet een gebleven
heb met originaliteit gefuikt
zij stopten heel even
lieten zich zien maar
exclusief was er snel uit
van bruuskeren wilden
zij niets leren in een
wereld waar schermblauw
alleen kou genereerde
pas met zachte hand
waren zij genegen zich in
alle rust te laten lezen en heb
ik ze tot mooie zinnen geregen
Wat licht
ik heb wat
licht genomen
om ook in het
duister van donker
te kunnen dromen
iets van
contouren te zien
minieme nuances
in vormkleuren die
contrastisch beklijven
waar zwart
in massaliteit
existeert wordt wit
na deze schepping als
wereld geaccepteerd
het is de zon
die als eerste bron
van licht het
bestaan aan ons
heeft geopenbaard
ons de kennis
heeft gegeven om
samen te overleven
maar hoe laten wij
de aarde in zijn waarde
Verloren paden
wij voelden
wisten van elkaar
het zacht verbinden
met alles om ons
heen probeerden wij
die contacten te hervinden
gingen zingend op
verloren paden zoekend
naar meerstemmigheid
wij waren het gevoel
van zielsverbondenheid
alweer eeuwen kwijt
in de verte kleurden
bloemen hun harten
wiegend in de wind
zij wisten dat wij
kwamen hebben
onze blikken lief verblind
zo delen zij
maken ons weer deel
van het totale leven
want juist in geven
zullen wij ontvangen waar
naar wij al zo lang verlangen
De gesikkelde maan
ik liep over
serene stralen
van de warme zon
moest af en toe
springen als schaduw
een offensiefje begon
en donker mij
snel naar hogere
sferen dwong
waar licht in
blauw transparant
de hemelboog spande
haar perspectief
de rust gaf waar mijn
ziel naar verlangde
ik oneindigheid voelde
als helend bad na
een stressvolle jacht
en lachte bij
het zien van de
gesikkelde maan
wist precies
hoeveel tijd ik in de
eeuwigheid had te gaan
Wintert vorst
nog donkert
herfst in de
humus van nat blad
wintert vorst
sporadisch onder
dit afdekkend pak
het rustige is schijn
onstuimig bruist en
heelt de evolutiepijn
daar ontkiemt
wat ooit is geweest
maakt lente al tot feest
voor hen die in de
aarde onrust voelen waar
voorjaar is gaan woelen
Het vloeiend zacht
kleuren spraken
niet meer aan
verfletsten in
contrast met
strakke vormen
intolerantie
verbood het
vloeiend zacht
in elkaar opgaan
naar balans
had pigmenten
versterkt de
viscositeit nog
soepeler gemaakt
toch stokte het gaan
pas in verwarmen
mengde alles subtiel
maar viel later weer
terug in de starheid
van een koude realiteit
Verankeren met angst
wij hebben te vaak
naar elkaar gekeken
goedkeurend met
de vingers geknipt
als trouwe volgers
hebben wij vergeten
om zelf te leven en
jaren hun stroop gelikt
wij deinden mee
in politieke golven
hand in hand om
hen samen te volgen
tot het eerste bestand
en de muren verschenen
die de maatschappij
in isoleercellen deelden
op stormachtige avonden
hoor je ons loeien
als robots ons boeien
en verankeren met angst
opgeborgen en
aan de ketting gelegd
in een leven zonder zorgen
met een gespreid bed
toch gaan wij ooit
ontsnappen er zijn al
wolven onder ons die
in schaapskleren wachten
In vergeten tijd
het guurt in het
laatste stukje
ommuurd van
het afgelopen jaar
ze zuipen en snuiven
kotsen ergernis in
de liederlijke taal
van poolse knopen
op de hangplek
met sensoren die
witte gezichten
uitgestreken oplichten
het kansloos
perspectief tekenen
van de dief die in
vergeten tijd zijn straf belijdt
nog schoppen zij
de flessen tot scherven
van een maatschappij
die zij zo gaan erven
tranen van onmacht
breken de kracht om
meteen te veranderen
toch is er een die nog lacht
Het tourniquet
zij veinsden
verdiensten
liepen zelfverzekerd
naar het tourniquet
wilden ongehinderd
passeren maar
stonden door die
ene vraag perplex
u bent geboren
met helemaal niets
van wie heeft
u dit allemaal
genomen toch niet
om met zoveel
de weg op te gaan
van alle dromen
er werd gerekend
met plussen en min
maar een vergelijk
bleef uit omdat de
waarden verschillen
tussen optelsommen
van de geest en die
van billen en buik
handen geschud
principes bijgesteld
zonder bagage gingen
ze naar het nieuwe veld
verantwoordelijkheid
voor alle anderen was
hun enige gift de rest
kon totaal worden gemist
Mijn dansen
ik kende
de passen maar
mijn dansen won
nooit een prijs
ooit probeerde
ik jou te leiden
maar jij verdween
al op de eerste reis
als stel was er
tolerantie in bewegen
wij kwamen elkaar
vaak onverhoeds tegen
ik week terwijl
jij dan langs mij gleed
de slinkse tussenpas
maakte ritme compleet
in jou heb ik mezelf
nooit kunnen vinden
zag altijd een vragend
gedogen in je ogen
ik was er niet om
samen eer mee te behalen
maar enkel om jou een
leven lang te doen stralen
In staal gestileerd
ik heb de kussen
armzwaaien en
samensmeltingen in
alle omhelzingen geteld
waarbij in het amen
van samen de kwaliteit
van de feestelijkheid
aan de orde is gesteld
met stip vonden wij
de geboorte van het kind
het unieke moment
omdat ieder mens
dat ooit van zichzelf
heeft gekend en nu
opnieuw beleeft in een
andere tijd met zelfbeeld
als runner up
de boom in al zijn
verscheidenheid
van nordman groen
tot in staal gestileerd
met ballen en versiering
die ons meer dan alles
over de bezitter leert
het stapje terug
was voor de kerstmaaltijd
met geld en zorg toebereid
maar ook hier heeft het
ego zijn plaats heroverd
de ogen zijn niet meer op
het kind gericht maar kijken
naar wat men op zijn bordje vindt
Het stille woord
het filmpje
is gebroken
de werkelijkheid
staat stil met
beelden uit
geschiedenis
maar heden is
alleen maar wit
er wordt
bewogen zonder
registratie
gesproken in
het stille woord
er lijkt leven
maar de ziel
is men vergeten
de tijd is
zonder inhoud
zijn slag
en spirit kwijt
hoogtes zijn
niet uitgelicht
omdat schaduw
in de dalen ligt
langzaam
vloeien lijnen
naar de horizon
waar zij verdwijnen
in het punt
waar ooit onze
geboorte was
het nirwana bad
Torens van babel
ik heb ze
zien bouwen
de torens
van babel
maar niemand
was er ooit thuis
zij kozen
voor muren
in scheiding
van wolken
hebben geen
buren genaast
wel haast
om elkaar
te ontwijken
nooit mocht er
iets van enige
warmte blijken
er waren
slechts blikken
uit donkere ogen
die een schuw
contactvermogen
lieten zien
talen zongen
hun eigen lied
met lach en
nog vaker verdriet
in een melodie
vol stille emoties
soms was er
even de hand
die warmte reikte
in verstaan
met een diep
zielsbegrijpen
Vragend gebaar
ik schoof
de wereld
aan de kant
maar uit de
spiegelwand vroegen
ogen om mededogen
openden handen
in een vragend gebaar
zonder te eisen
ik keerde me af
voelde het dreigen
door onmacht verhard
zij waren met velen
wilden graag delen
maar moesten langs mij
de scherven voorbij
van een failliete en
destructieve maatschappij
die alleen over
grenzen keek als het
prijskaartje hun voordeel bleef
Paradijste rustique
ik wist
het addertje
onder het gras
kende uit
babel wat een
spraakverwarring was
paradijste
rustique tussen
eufraat en tigris
leerde geduld in
wachten op verlossers
die vrede brachten
las de verhalen uit
het ooit beloofde land
geschreven met magische hand
over het uitverkoren zijn
te midden van vele volkeren
in de grote woestijn
in mythisch overdenken
gaat het nieuw geboren kind
ons eindelijk vrede brengen
Opgetogen ogen
hij wond haar
lichtjes om de
vingers van zijn
kleine vuistjes
opgetogen ogen
glansden in plezier
hij speelde het spel
in volle overgave
wilde alles in
hartstochtelijk uitdagen
om dichter bij de warmte
te komen van zijn dromen
in onbewust
de leiding nemen
richtte hij zijn wereld in
duidde waar de kleine
angsten kwamen uit
hun vaak subtiel begin
tot moeheid zijn
activiteit verving
terwijl de lach nog rond
zijn mond en ogen hing
en hij nog tegensputterend
toch zachtjes in slaap sukkelde
Zonder kortsluiting
zonnestralen
vermaalden
dipjes ongemak
verdampten
laaghangende
donkere gedachten
klaarde op
naar een hoger
energetisch niveau
waar de lach
haar positieve
spanning weer gaf
ogencontact
zonder kortsluiting
zijn afspraakjes had
ik mijn hand
terug vond tussen
jouw warme vingers
die mij lieten
weten dat vandaag
zonnig zou heten
De scheppingsmelodie
snaren trillen
als golfjes energie
worden gehoord
in schitterende
loepzuivere akkoorden
zongerijpt
verwarmen zij
atmosferen en
sprankelen blijheid
in menselijk verkeren
het zijn geen
deeltjes uit
de bloktheorie
die een gestapelde
waarheid geniet
juist daar
waar de natuur
muziek ontlokt aan
het snarenspel golft
energetisch paren
in een lieflijke
aantrekkings- en
afstootreactie
extraheren zij leven
uit de scheppingsmelodie