Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Jouw lach
je hebt het
leven gewogen
negatieve lijnen
verbogen om
in balans te blijven
kende het peilloos
diepe ravijn
voelde de greep van
verwurging nabij
in uitzichtloze tijden
tussen het werk
van je handen en
de blikken in je
ogen heb jij liefde
gegeven in mededogen
het heeft je gesterkt
de rug gerecht
jouw aanpak was
uiterst subtiel voelde
zo grandioos echt
het was jouw lach
die ons de weg
heeft bereid met het
perspectief wij hebben
elkaar eindeloos lief
Vrouwelijkheid
ik zag
in je lach
het kloppen
van je hart
lippen welfden
in rood de
kracht die jij
van binnen had
gebogen lijnen
verfijnden de
intensiteit van de
liefde die jij gaf
in het zwoel
van je ogen ben
ik voor jou tot in
het stof gekropen
niet onderdanig
maar vol adoratie
van jouw lieftallige
vrouwelijkheid
De kleur van steen
ze keek
om zich heen
zag een wereld
vol onbekenden
zelfs de kleur
van steen wilde
zich niet meer
aan haar kennen
ook beweging
had zijn natuurlijke
souplesse verloren
in een afacies
samenspel brak
de realiteit in
slecht passende
stukken uiteen
ooit hadden
kleur en geur
in harmonische
balans met de tijd
het bestaan van
talloze generaties
vorm en inhoud
kunnen geven
was leven
ingedaald om er
evolutionaire
volmaaktheid
aan te geven maar
de ego's zijn ontspoord
uit synchrone liefde
alleen nemen scoort
De scenes
nietszeggende
woorden laten
we gaan wij kunnen
elkaar verstaan
over en weer
begrijpen zonder
misverstand in
lichaamstaal
toch spiegelen
wij niet op
hetzelfde gebeuren
vergelijkbaar verdriet
het raken zit
in de diepste
contacten die
herinneringen maken
in het toentertijd
beleven is onze
referentiematrix
goeddeels geschreven
juist uit die
kaders spelen wij
elkaar beelden toe
de scenes zeggen genoeg
Vage woorden
wind lispelt
vage woorden
door het schaarse blad
zij zijn nog
uitverkoren om de
boodschapper te horen
als dadelijk ook op de
schoongeveegde grond
de mededeling komt
jij lacht en ziet
takken driftig zwiepen
in hun schrijverij
net als het blad horen
zij er in samenspraak
ook helemaal bij
ik zie jou de stammen
met liefde omarmen
voor gezamenlijke hugs
de winter moet nog
komen maar jouw warmte
belooft hen al mooie dromen
Jouw gratie
in de lieftallige
boog die jouw oog
beschreef als een
hoela hoep voelde
jij je eindeloos goed
in de cirkel
van bewegend
verlangen weet
jouw gratie zich
nooit gevangen
wat uitdagend leek
bleek een tot in de
puntjes geregisseerd
spel van kan ze het niet
of lukt het haar wel
waar souplesse
overheerst zal jij toch
eens de bocht niet
kunnen houden omdat
ooit snelheid triomfeert
Het gezonde kleurtje
ik voelde jouw
vingers langs mijn
huid glijden de
kleine stops in
het even verwijlen
voor intensiever contact
je volgde
de wegen van
wind en de zon
raakte reacties
die bruinend
gezondheid gaven
ogenschijnlijk
bleek de verdediging
goed maar onder de
huid verscheen de
kleine sproet zij
hoorden daar niet thuis
de schraalheid
van wind en
heldere luchten
brachten de zomer aan
huis maar alleen met
een goed beschermde huid
Rood verbonden
jij hebt met
subtiele hand en
lange armbeweging
geluiden aan
elkaar gevlochten
met een rode
draad als toon
daaromheen
vibreerden golven
rapten teksten
hun akkoorden
vloekten dissonanten
in een straattaal
die hier niet hoorde
in de veelheid van
muziek knoopten
losse einden snel weer
hun begin in eindeloze
mantra's en repeterende
refreinen aan de weer
rood verbonden draad
Buigzaam
vaak heb jij
de aarde gekust
maar ik heb je
nooit zien breken
buigzaam onder
storm en lieve lust
want iedereen
mocht alles weten
je groeide naar
een knipogende zon
maar hebt je afkomst
nooit verloochend
jij was meer dan
mijn rots in de branding
ik strandde dan ook
in hemelse verwachting
Het zee blauw
waar jij
ook ging
er hing altijd
een frisse
bloemetjesgeur
waarbij jouw
lach de letters
vormden van
kleur en geslacht
die deze geur gaf
significant was
de kleur die ook
overeenkwam met
die van je ogen in
het zee blauw beloven
Jouw shine
je krulde
verguldde met
schoonheid
de mooiste bogen
die jij met liefde tot
kunst wilde dopen
jouw shine
zorgde voor
kleur vorm
en weerkaatsing
in een volmaakt
spiegelend bewegen
in de eenheid
van leven met
geven en nemen
ben jij een groter
monument dan
ik ooit heb gekend
Het extravagante
ik heb je stilte
uitgepakt een lach
en wat verdwaasde
blikken een haardos
zonder grote klitten
ledematen die hun
onbalans bewijzen
door de grote ruimte
die ze bewegend eisen
de tierelantijntjes
zijn verdwenen
het extravagante
heeft zijn langste
tijd gehad net als
het sterk gekleurde
flamboyante dat
jij nu afspoelt in het
groot koudwaterbad
ik heb je afgedroogd
de afstand was door
stilte groot maar ik
zag de eerste woorden
die in je blikken
werden geboren
schuchter en bedeesd
fluisterde je zacht fijn dat
jij bent langs geweest
Het stilte carnaval
jij hebt mij
meegenomen naar
het stilte carnaval
dat ooit zal komen
met zijn duizend en
nog meer dromen
vol warmte en plezier
ingepakt staat het nu hier
de thema's zijn
nog actueel de
kleur en glans
schitteren als nieuw
en in een zacht
resoneren voel je
dat ze ieder hun eigen
energie genereren
in de optocht
zullen ook gaten
vallen waar gezichten
altijd hun lach lieten zien
daar is nu de herinnering
aan zoveel jaren samen
met hun namen in de
pronkstukken neergezet
Een volmaakt geheel
ik heb jouw
oogstrelende
kleuren al gezien
ja die zonder
pigmenten in
een eerste glans
van nano en energie
uit nieuwe elementen
zij spelen met
en in de atmosfeer
zoals ook wij delen
in en deel zijn aan
onze leefomgeving
sprankelen zij in
harmonie met een
totaal andere biosfeer
in ons nieuwe samen
zijn identiteiten gelijk
maar in verbinden
vullen zij elkaar aan
en versterken tal van
nieuw gegenereerde
krachten uit het
toekomstig perspectief
ik heb u lief
zoals ik van mezelf houd
is de nieuwe context
die de maatschappij
als cement gebruikt
om te lijmen wat
vroeger nooit paste
tot een volmaakt geheel
De zegen
In mijn bedje
vol zonnestralen
gevlochten uit
laagstaand licht
luister ik naar
winterse verhalen
uit een lang
verleden tijd toen
er nog rijm lag op
daken en herdertjes
bij nachten lagen
wij takken van de
kerstboom zaagden
voor het maken
van kransen in de
weken van advent
want ooit zijn wij
nog heiliger dan de
paus geweest was
het bezoek van een
geestelijke een
klein familiefeest
het waren de
jaren van het rijke
roomse leven waar
hiërarchie nog
belangrijker was
dan wat de priester
in zijn brevieren las
ieder de zegen kreeg
want met wijwater
werden de ergste
zonden weggeveegd
Winterse stramheid
zacht kleuren
de jaren die ik
In je ogen zie
de diepte van je lach
een huid vol
seizoenen waar
zomer nog bloeit en
oogst naar volrijp groeit
geen spoor van
winterse stramheid
van leden door kou
en gladheid van heden
je straalt een
vrolijk sportieve
ambiance die nog tot in
de late uurtjes kan dansen
klaar voor een echte
winter dit keer waarin
we schaatsen zonder eerst
een wak van 1,5 m te maken
Een nieuwe diepte
zij hebben
hoofd en handen
gescheiden
meten temperatuur
om koorts te bestrijden
een subtiel gegeven
dat verschil maakt
tussen dood en leven
waar de gevolgen van
besmetting zwaar wegen
zij zijn veranderd
minder open en de
spirit is verdwenen
wel is er in de lach een
nieuwe diepte verschenen
de motoriek kent
niet meer de geestdriftige
explosies van energie
maar neemt op de laatste
tree behoedzaamheid mee
ook in de samenzang
klinken de hoge tonen
minder lang terwijl
het brommen nooit meer
lijkt te verstommen
Nachtvorst
ik heb jouw
zwaaien begroet
met een extra klop
van mijn hart en
opgewonden warm bloed
alsof je lach
de loper uitrolde
waarop wij als
jong stel holden en
later liefjes dolden
jij waaierde
energie naar
alle kanten uit
met een surplus dat
iedereen deed dansen
tot het gras
zachtjes kraakte
omdat nachtvorst
de sprieten van een
een laagje ijs voorzagen
en wij toch
warm vermoeid
onze koude voeten
snel het nog smeulend
vuur lieten opzoeken
Lente bermen
ik dacht de
juiste weg voor
jou te weten
breed opgezet
met lente bermen
bemeten die
snelheid door
kleur en schoonheid
doen vergeten
in een rustig
zoeven op lands
wegen gingen
wij op pad
de bestemming
bleef nog een
zwart gat we zien
wel hoever de wereld
in ons plaatje past
op de bonnefooi
zijn wij gestrand
aan de rand van
bewoond gebied
natuurlijk was er
niets geen mens
te zien benzine op
geen kost en
zonder onderdak
wij wilden zien
waar het schip
zou stranden met
niets om handen
dan het stuur
de verstanden op
nul in een wereld
vol chaos beladen
met flauwe kul
Ongekend geluk
vaak kwasten
penselen randjes
verf tot eenmalig
ongekend geluk
waar verf onopzettelijk
pigmenten raakt
die altijd al contact
hebben gemeden
die nu onbekende
kleuren laten zien in
een onvoorspeld
schitterend vermengen
dat zijn de kleine
wondertjes die zich
op het witte doek in
alle stilte manifesteren
er zijn geen
tweede keren waarop
dit lukken gaat het
deja-vu is al volmaakt