Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Het huwelijk
het huwelijk is één van de
mooiste dingen dat er bestaat
de liefde tussen man en vrouw
is zo prachtig mooi
om elkaar te mogen toebehoren
met heel je hart, ziel en lichaam
vooral als je samen één bent,
elkaar goed begrijpt
ja, heerlijk is het van elkaar te houden
iets mooiers is er niet
en door god aan de mensen geschonken.
ja, man en vrouw horen bij elkaar
hoe prachtig is het als het huwelijk
met kinderen wordt bekroond
ja, dat is een grote zegen!
geboren uit grote liefde.
Mijn liefde voor jou gaat niet over
mijn liefde voor jou gaat niet over
ja ons leven is diep verankerd in ons
wij zijn voor het leven aan elkaar verbonden
hoe goed is het jou lief te hebben
nooit was er iemand zoals jij
en jij hebt me bij mijn naam geroepen.
jij hebt zoveel kracht en liefde in je
wat ben ik gelukkig dat je mij hebt uitgekozen
uitgekozen uit alle vrouwen
het is een groot wonder
ik wil altijd heel dicht bij je blijven
lieveling, ik heb je lief.
onze liefde zal alles overwinnen.
en er zal enkel licht zijn.
Er is altijd hoop
ja, god, vader van mij
er is altijd hoop
gelukkig dat we dat weten
en u ons nooit alleen laat
u geeft ons uw
prachtige heilige geest
die ons in alle waarheid zal leiden
leert u mij uw wil en zendt u mij
naar mensen die u willen dienen
ja, vader, het is heel goed
van u te mogen houden.
en we weten dat haast
alle mensen gered zullen worden.
ik hoop spoedig naast u te mogen lopen.
bij u voel ik me het veiligste.
ik geef u al mijn liefde
en ben blij dat er altijd hoop is.
Blij ben ik
blij ben ik,
vooral omdat ik u ken,
lieve vader
het maakt zo blij
dat we altijd
op u mogen vertrouwen
u geeft ons liefde
en blijdschap
in uw handen
leg ik mijn leven
ik heb u lief
met heel mijn hart
en weet dat we
voor altijd bij u
geborgen zijn.
ja, vader,
we hebben u nodig
en ik weet dat ik
een kind van u ben
daar dank ik u voor
met heel mijn hart.
bij u is geen duisternis,
alleen maar licht
Sprak mij niet aan
ik zag de hand
voelde vingers
maar het echte
contact ontbrak
de band om
mijn maag
werd steeds strakker
in een vreemd ervaren
zelfs de tijd
tikte traag in
wachtende seconden
door verdichte lucht
een vage zucht
met de laatst
gemompelde woorden
brak het moment
in nieuw ontwaken
zijn er geen vragen
heb mij afgewend
de dood sprak mij niet aan
De flowerpowergriet
de sloop
waart in de wijk
nog staan er naoorlogse
karkassen uit de snelle
nieuwbouw toentertijd
wat ooit een warm en
intiem thuis is geweest
wordt nu zonder enig
mededogen uiteengereten
gedoemd om te vergeten
nog resten sporen op
geverfde muren en behang
zij openbaren stukjes leven
uit verstreken jaren
hun wereld was niet bang
geordend vol structuur
afnemende kerkelijke censuur
bloeiend verenigingsleven
spetterend vuur in nieuwe muziek
de anarchistische flowerpowergriet
de huizen van vandaag
kennen geen vraag naar energie
zijn selfsupporting op ieder gebied
alleen achter de deur heerst angst
om wat er morgen weer gebeurt
Bjorn
vandaag is bjorn geboren
hij is in een winternacht
gekomen
het sneeuwt buiten
het is koud buiten
maar binnen gelukkig warm
het is het eerste kindje
van mamma en pappa
hoe mooi is bjorn
en hij heeft heel veel
zwart haar
een plaatje om te zien
mamma en pappa
zijn zo gelukkig.
pappa geeft zijn vrouw
een mooie zilveren ketting
zo blij is hij.
ja, ze zijn met hun drietjes
heel gelukkig.
ze hebben de gordijnen open
en zien de prachtige sneeuwvlokjes.
wat een rijkdom allemaal!
Mijn liefde voor jou
mijn liefde voor jou
zal nooit ophouden
ik heb je oneindig lief
je bent ook zo lief
voor mij
en je kussen zijn lieflijk
teder en zacht
je gestalte is ook mooi
ik ben zo blij
dat ik je heb ontmoet
en ik in jouw armen
mag zijn.
lieveling, wij hebben
het geluk gevonden.
en ik ben blij
dat je me liefhebt.
ja, mijn liefde voor jou
houdt nooit op.
Stilte als vriend
ik ken de blikken
maar zij zeggen
mij niets meer
voel handen
op schouders
ze doen alleen zeer
zeg woorden
die zo verdwijnen
in oost-indische oren
wanhopig zoek
ik een uitweg
in alle negeren
neem stilte als
vriend om terug
naar mezelf te keren
heb het gedruis
naamloos verlaten
niemand heeft iets in de gaten
Spiegel van de nacht
de grove vezels
op de rug van het tapijt
zijn gemaakt op het
trotseren van de eeuwigheid
in grijze stof
verbinden zij hun
schoonheid met de aarde in
het dragen van de werkelijkheid
tijd en plaats
bepalen in grote lijnen
het weefpatroon dat opgevuld
wordt met persoonlijke structuren
in voortborduren
zien we ogen en de lach uit
het leven van mensen die werken
en slapen in de spiegel van de nacht
maar ook de mooiste
garens rafelen op den duur
omdat zon en licht contrasten doen
verschieten met hun intense vuur
nog glinsteren wat
onderhuidse beelden in
het lang schijnend avondrood
versleten in het aanschijn van de dood
Dan breek ik
ik weet dat
je handen er zijn
maar mis in pijn
hun strelende vingers
het zachte raken
in onverwacht
kippenvel maken
als ik even niet kijk
ook jouw stem
is vaak bij me
de woorden komen
steeds dichterbij
als zelfs je ogen
gaan spreken
dan breek ik in
mijn liefde voor jou
Optuig in mijn geest
ik hoor het ruizelen
van woorden uit de
bomen van mijn dromen
die ik optuig in mijn geest
het is een feest
van groene blaadjes
prille tonen op muziek van
lente als de winter is geweest
in kleur bloeien akkoorden
als zinnen zich formeren
volgens regelen der kunst
schrappen en opnieuw proberen
wind draagt traag
wat inspiratie aan als
het ritme stokt door een
kleine dissonant aan het slot
als dat is opgelost
vloeien strofen in warme
harmonie uit de melodie
waarin ze waren opgesloten
Een zekere oogst
hij lacht
hem wacht
een zekere oogst
zijn winter scoort
als lente in het
ochtendlengen gloort
heb uw
vijand lief is ook
zijn bestaansadvies
nog zijn de mensen
bang voor hem in al
een levenslang samen
omarm wat niet
te ontlopen is geef
je schaduw een gezicht
ook hij is
aangedaan als wij
alles maar laten gaan
samen verder groeien
juist als zijn zeis
ons bloeien heeft gemist
In contouren aanwezig
zacht glijdend
ging alles voorbij
als deel van mijn leven
onopgemerkt ik en hij
met de eerste stappen
kwam er verbazing
een lichte schaduw
volgde mijn passen
maar het bestaan
was speels en jong
zelden keek ik ooit om
tot een eerst confronteren
er was geen ziekte of
dood in mijn jeugdig pakket
tot het overlijden van oma
hem naast mij heeft gezet
nog schaduwt hij vaag
is in contouren aanwezig
mijn leven is dealen met hem
hoeveel tijd wij elkaar zullen geven
Je artistieke hand
jij plukt bloemen
lacht hun kleur wiegt
samen vrijheid op het land
zet de wind naar
je artistieke hand met
adembenemende gebaren
jij daagt uit in
een snaaks toegeven
verschalkt ondeugend de buit
iedere trede op
jouw trap van geluk is
een blijde weg naar de hemel
nog steeds zien wij in
de zon van elkaars blik
het warme licht van onze liefde
Het mooie patina
zij hebben stilte
langdradig gemaakt
uit hun gespreksstof
was al lang geen goed
garen meer te spinnen
handen schikten
bloemen zonder hart
in vaal licht dat de
kleuren versluierde en
vorm geen schaduw gaf
het mooie patina
van liefdevol gebruik
verdofte en straalde
nog amper zijn warme
toegenegenheid uit
nog zien zij elkaar
maar het samen intens
kijken naar is verdwenen
zij weven schaarse patronen
uit al lang vergane dromen
Alles wordt beter
er is veel geweld
in deze wereld
veel oorlogen, veel ruzies,
veel scheidingen, vluchtelingen
veel mensen zijn ongelukkig
maar alles wordt beter
dat weet ik zeker
er zal een nieuwe hemel
en een nieuwe aarde komen
dat weten we zeker
ja, god houdt van alle mensen
vooral van de mensen
die van hem houden
we hopen dat er
geen mens verloren gaat.
daar bidden we voor.
en god zal ons verhoren.
ja, bij god zijn
alle dingen mogelijk.
Ik weet dat je komt
eenzaam voel ik me
zonder je
en ik voel me heel
naar zonder je
je bent nog steeds
niet gekomen
maar ik weet dat je
heel snel zal komen
je hebt het me beloofd
en ik geloof erin.
misschien vandaag
ja, ik zal je al mijn
liefde geven
eenzaam zijn de dagen
maar als jij komt
zal alles goed zijn.
ik weet dat je
van me houdt
en onze liefde zal
fantastisch zijn.
Waterbloemen
ik zag de zee
maar kon de snelle
waterbloemen niet volgen
in hun dalend en rijzend
racen naar strand
waar ze in schuim
kapot sloegen onder
de harde hand van
een straffe wind tot
niemand ze meer vindt
ik ben toch terug
gegaan in kalmer tij
bij een volle maan
om ze te determineren
en hun namen te leren
wilde hen niet
in anonimiteit vergeten
zij die op woeste golven
het leven goed speelden
in een paradijselijke vloed
Opgestaan uit de dood
zij hadden hem
geschoond en met
witte doeken omwikkeld
zacht in het graf gelegd
in stilte baden
handen met ongezegde
woorden van liefde en trouw
harten vol verlies en rouw
toen zij in de vroegte
weer verschenen bleek
de grafsteen verdwenen
de tombe was leeg
in schrik en verwarring
zijn zij teruggelopen
de mare was hen vooruitgesneld
zijn verrijzenis werd al gemeld
opgestaan uit de dood
heeft hij zich aan zijn
volgelingen getoond hen de
weg gewezen en hoop gegeven