Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Ik denk aan je
ik denk aan je
bedroefd kind
je huilt tranen met tuiten
ze zijn haast niet te stelpen
je beste vriendin
heeft je alleen gelaten
zomaar ineens
je begrijpt het niet
waarom toch
ze hadden het zo goed
altijd zo fijn
met elkaar opgetrokken
heel wat met elkaar gepraat
en plezier met elkaar gehad
je kan het niet vergeten
je hebt een stille hoop
dat ze terug komt
het zou kunnen
maar nu heb je veel verdriet
Mijn engel
mijn lieve engel
je bent onzichtbaar,
maar ik weet zeker
dat je bij me bent
je beschermt me
en geeft me moed,
ga nooit uit mijn leven
je bent een vrouwelijke engel
en je bent heel goed voor me
je zult prachtig zijn
en eens zal ik je zien
lieve beschermengel
Van jou heb ikgehouden
van jou heb ik gehouden
van je eenvoud,
van je onstuimigheid
ik hield van je
we zijn gelukkig geweest
je kleine attenties
ben ik niet vergeten
het samen winkelen,
het knuffelen,
de bloemen die je meebracht
jammer, dat het niet meer ging
maar ik zal je niet vergeten
soms komt het lieve gevoel
weer over me voor jou.
je bent als mens
de moeite waard.
Dansend schrift
met dansend schrift
modelleer ik in woorden
de werkelijkheid
wat krullen
in letters verhullen
zweeft passioneel in zicht
het rechte staccato
dramt in vibrato
dwingend zijn toon
toch ontsnappen
mijn zinnen en kleuren
de bloemen in dit gedicht
strofegewijs
breekt het ijs en samen
scheppen wij zo ons paradijs
Liefde overvleugelt
jij bent
de zon en maan
van mijn heelal
ogen sterren
twinkelend in de verte
je lacht universeel
ik aard teveel
om los te gaan
in geestverruimen
koester macht
in zwaartekracht maar
liefde overvleugelt dat
heb me gegeven
om met jou te zweven
naar een oneindig leven
Je onbereikbaar zijn
terwijl jij roost
haal ik mijn vingers
open aan jouw doornen
jij paart schoonheid
aan het reiken naar licht
dat ik altijd heb gemist
je onbereikbaar zijn
doet constant pijn in het te diep
wortelen van verkeerde keuzes
maar nooit zullen wij
verwelken in onze liefdesbloei
jij knopt terwijl ik hopelijk nog groei
In het ragfijne
je vertakt subtiel
in glas met
goddelijke bogen
licht straalt
transparant uit
een hemels boven
maar in het ragfijne
gaat kracht verdwijnen
speelt schoonheid
de eerste viool in
frivoliteiten die tot
breekbaarheid leiden
de kristallen tonen
ladderen omhoog
daar waar stilte
ooit zijn basis vond
dartelen klanken
nu de ruimte rond
je fonkelt in tal
van momenten door
het breken van licht
maar je bestaan zal
weer doven als ook
je takken worden gebroken
Forever
wij zijn voor altijd, je lach maakt mijn dag.
wanneer ik bij je ben voel ik me blij,
want de allerliefste dat ben jij.
soms gaat het slecht, maar dan weer goed.
ik voel me vrij met jou aan mijn zij.
met jou aan mijn zij kan ik alles aan.
ik ga voor je door het vuur en door de kou.
ik wil je gewoon duidelijk maken dat ik zielsveel van je hou.
niet alleen nu, maar elke dag maar weer.
als je niet bij me bent, dan heb ik zeer.
Familie
de mensen die er altijd voor je zijn,
de mensen die je nooit alleen zouden laten, dat is familie.
ze zullen er zijn wanneer je ze nodig hebt.
of wanneer je zegt stop, ik geef het op.
ze zullen altijd achter je staan, welke keuze je ook maakt.
al laat je een lach of een traan, weet dat je ze aan je zij hebt.
en daar zullen ze altijd zijn, bij haat, verdriet en pijn.
Verdoofd
sinds dat jij er niet meer bent,
weet ik niet wat ik doe.
ik ben verdooft door de tranen in mijn ogen.
ik weet niet hoe ik leven moet.
ik kan niet helder denken, ik zit vol van verdriet.
alles zit opgekropt en niemand ziet dat niet.
soms ben ik verbaast waarom alles zo moest lopen.
dan denk ik waarom zo'n haast, en dan zit ik te hopen.
hopen dat alles beter wordt.
hopen om door te gaan waar ik was gestopt.
ik weet, het is een moeilijke tijd.
maar ik zal je beloven, dat ik altijd met een lach kijk naar boven.
weet dat ik je mis, en dat ik naar je toekom als mijn tijd rijp is.
Een sieraad
ik verzamel het licht
dat de stenen
meenemen uit hun leven
dat oplicht onder
een bepaalde hoek
net als een oud boek
en open valt
waar het de laatste keer
door iemand is gelezen
in schuren snijden
en polijsten probeer ik
de mooiste composities te krijgen
ik heb een sieraad
gekozen met veel plezier
het ligt nu voor u op papier
De dode hoek
wij glijden af
flauw tegenspartelend
naar de slangenkuil
waarin het vuil
van ons bestaan door
tijd en rot ooit zal vergaan
de dode hoek
van het paradijs
waar grijs de kleuren
heeft verdrongen
harmonie en vorm tot
karikaturen zijn verwrongen
nog is er een weg terug
met de rug tegen
de muur omdat ons
laatste uur geslagen is
wij de erfenis verspelen
uit een hemels verleden
weg met het
gekronkel en gekonkel
over geld en samenleven
volg de natuur
zij alleen kan ons
het goede voorbeeld geven
De hogere sferen
ik heb je lach
geboren zien worden in
een adembenemend moment
de kleine krul
waarop ik surfde groeide uit
tot hoog bruisend schuim
dat mij overdonderend
meesleurde toen jouw intens
plezier aanstekelijk oversloeg
ik ben geland maar
met voeten op los zand
om het nog eens te proberen
omdat jij zo lief
bleef stralen wilde ik
ook de hogere sferen halen
Met brandend lontje
ik heb met
hem gesproken
de interviewer
in zijn nette pak
een nonchalante lach
alerte oogopslag
die alles
in de gaten had
vingertjes gespreid
mijn vuurwerk
met brandend lontje
binnen handbereik
hij leek niet gretig
sprak met lange tanden
snackte in het proeven
van mijn angst
feilloos legde hij
mij aan zijn banden
waarin mijn vrijheid
bungelend bleef hangen
hij was het
die mij recenseerde
tot in de grond afbrandde
met mijn vuurwerk in zijn handen
Een stukje vleugel
ik ben geen engel
het ook nooit geweest
toch leek het er soms op als
er een stukje vleugel verscheen
klopte op wat schouders
was redder in hun nood
opende vaak gesloten deuren
luisterde naar wat bestaan hen bood
ik koesterde dat image
voelde de hemel al nabij
deze zogenaamde goede werken
maakten mij en anderen heel blij
was het echt
mijn goede inborst
of deed ik het gewoon
omdat het sociaal goed scoorde
die twijfels zijn
mij altijd bij gebleven
was het pure zelfzucht of had ik
ook oog voor de ander in het leven
Hun houten ogen
als bomen naar me kijken
ik hun houten ogen
niet meer kan ontwijken
word ik panisch bang
voel de takken komen
die eerst nog naar me
reiken maar me later
onverbiddelijk grijpen
in het raken van de bast
hoor ik het kraken
van hun knoesterige lach
waarin de sappen stromen
las de oudste jaarringen
in het diepgewortelde bestaan
door bliksem storm en regen
is hun aanzien deels vergaan
heb de maan bekeken
uit een hoge kruin
mijn leven aan de voet
was slechts een hoopje puin
Mijn speels talent
grote woorden
hebben me pijn gedaan
bevroren knoppen die
nog open moesten gaan
joegen stormen
door het groenend blad
kaalden de takken
die ik al ontwikkeld had
met scheefgroei
vocht ik voor balans
in afzijdig blijven
vond ik zo mijn kans
leerde in pareren
mezelf te verweren
liet kansloos verschijnen
mijn toekomst niet ondermijnen
sta nu aan de rand
van het bos als monument
met alle perspectief van ruimte
nog bloeit af en toe mijn speels talent
Mijn lieve kleine poppedijn
Negen maanden,
zal ik jou in mij dragen.
In de tussentijd,
stel ik mij verschillende vragen.
Ben je een hij,
of een zij?
Lijk je op je vader,
of op mij?
Hoor jij,
wanneer ik tegen jou praat?
Voel jij,
wanneer je vader zijn hand om mij buik heen slaat?
Hormonen gieren door mij lichaam.
Hoe zal het zijn om samen met jou op te mogen staan?
Ik vraag me af hoe het is,
om jouw moeder te mogen zijn.
Ik hou nu al van jou,
mijn lieve kleine poppedijn.
Kon de tijd zich nu maar versnellen.
Het liefste wil ik nu al,
al jouw teentjes en vingertjes tellen.
Negen maanden,
zal ik jou in mij dragen.
Tot die tijd,
geniet ik door jou van alle dagen.
Een boulevardje aan zee
de zon in je ogen
wind door je haar
toevalligerwijs keken
wij gelijk naar elkaar
nog was liefde
niet in zicht maar
je hand streek per
ongeluk langs mijn gezicht
we droomden de avond
op een boulevardje aan zee
flaneerden langs ruiten
de maan namen we mee
alleen wij twee
op het warme zand
speels zongen golven
hun komen aan land
duinen getuigden
ons zijn met elkaar
een verlate vlinder
begroette ons als paar
Gods vinger
ik mis de toren
die ooit uit
gebed is geboren
opgestaan maar nooit
ter kerke is gegaan
gods vinger
is niet meer
sinds de heren hebben
besloten dat hij moet
worden afgebroken
van het gebouw
staat de deur nog aan
kringelt wierook
door gebeden over
toekomst en verleden
bewaken kaarsen
walmend zielenrust
terwijl het vet
al sissend naar
beneden drupt
toch is er hoop
op voortbestaan
de ruimte wordt
dan omgedoopt tot
opslagplaats voor schroot