Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
Handreiking
ik voelde 
warmte van je 
hand op mijn huid
de straling
strekte zich snel
onderhuids uit
alsof zij de  
weg wist direct
naar het hart
weinig tijd
verloren liet gaan 
in energetische baan
er kwam geen 
explosie maar wel een
rood blozend gezicht
dat de verwarring 
herkende die met jouw 
handreiking werd aangericht
Liefde en sterren
liefde kan je vergelijken met sterren.
sterren geven licht wanneer het licht gedoofd is.
liefde geeft hoop wanneer niemand nog hoop heeft 
en jij bent voor mij als de liefde en de sterren. 
dus je geeft mij licht en hoop als ik het moeilijk heb.
Maan en de zon
jij ben als de maan en ik als de zon,
en de sterren om ons heen geven ons licht. 
Om de liefde eruit te laten springen. 
Samen kunnen we alles aan
De liefde is ons geheim wapen 
om ons te verdedigen tegen alles.
Samen overwinnen we alle obstakels op ons pad.
Siert je gezicht
op de vroege morgen
heb ik je lach
al zien ontluiken
in de opkomende zon
nog dromen 
je ogen op kleine
bogen ochtendlicht in 
het vergeten van de nacht
pas als armen en 
benen zich strekken om
de stramheid eruit te rekken
ben jij aan het ontwaken
jezelf af te vragen 
wie of waar je bent
in de laatste film van gisteren
aan het end van het spel
een brede volle lach
siert je gezicht want ook 
in dit gedicht is alle aandacht
natuurlijk weer op jou gericht
Je fluidum
je fluïdum was warm
raakte mij op een 
heel bijzondere manier 
met kussen vol plezier
koesterend laadde jij
mijn verschralende 
mannelijke energie op
naar een heerlijke balans
jij straalde al bij eerst
contact in een zacht
pulserende beweging die
volgend met mij meeging
ik wist mij begeleid 
op het magische pad
dat op wonderlijke wijze
toekomst in zich had
wij completeerden
in een passievol eigen
dat ons in de schepping
structureel onthouden was
waar liefde triggerde
tot een volledig samenzijn
bleek dat de sleutel voor het 
verder gaan van ons bestaan
Een eigen stek
sferisch vloeide ik
zacht lang je wang
over het juikbeen
naar de overhang van
ogen en wenkbrauw
wist dat ik 
verloren zou zijn
in de onmetelijke 
ruimte van je blik met 
focus op oneindigheid
toch ging ik
buitengaats ervaarde
geen angst voor vreemde 
werelden in het loslaten
van het bekende aardse
wist mij gesteund
door de omringendheid
van jouw warmte en liefde
jij gaf alle vertrouwen
wilde mij niet kwijt
samen zijn we
teruggekeerd  ieder op 
zijn plek en weer heb ik 
de rijkdom geleerd van het 
hebben van een eigen stek
Met iets teveel nagel
het was een streel
met iets teveel nagel
rood opende 
de sierlijke veeg
op je gebruinde huid
de scherpte had ik
niet goed ingeschat
het vel was minder 
veerkrachtig dan ik 
dacht toen het scheurde
het tafereel
bracht mij geen schrik
eerder voldoening
dat ik het waagde
jou onbewust te tekenen
maar in je ogen zag ik
wantrouwen rekenen
herinnering aan vreemde
momenten als afrekening
bij meerdere zaken 
beschadigen en pijn 
bleken oorzaakloze 
gebeurtenissen te zijn
als uitvloeisel van heftige 
liefde en aanhaligheid
ook jij zocht naar 
een vorm van balans in
de veelheid van geven
helaas koos jij te vaak bij
mij de destructieve kant
In wederzijds leren
ik voel vingers
op mijn huid
in een zacht tasten
nog geef ik
even niet thuis
blijf roerloos wachten
op de logica in tijd
of een boodschap
in woorden gespreid
bemerk een
speels reageren
in wederzijds leren
het onverwachte
wordt langzaam bekend
in contactmomenten
die liefdevol haken
aan herinneringen
die wij samen maken
ik weet dat je mij meeneemt 
naar het paradijs maar de
juiste route geef jij nooit prijs
Parelden je lach
je lach
spatte plezier
omvatte 
verwarmend 
de wereld
van mens 
tot dier
je aura 
fonkelde 
diverse kleuren
aangenaam
was de klank
die het gebeuren 
muzikaal begeleidde
mimiek
droeg je ziel
ogen en stem
parelden je lach 
verfijnd door
liefdeslijnen
recht uit je hart
De eerste pijn
ik schreef
in de lucht
op de lijn
van je lach
jouw ogen
beantwoordden
meteen wat je
zag en dacht
ik versnelde 
de zinnen
wist jou diep van
binnen te raken
pas later
voelde jij naast
de eerste pijn
het zoete van venijn
Zo kwetsbaar
kordaat was de tik
die ik hoorde als 
wij samen liepen
een ferm geluid
dat geen enkele
tegenspraak duldde
met de kans
om ogenblikkelijk
te worden vergruisd
je hand was al
oneindig veel zachter
in warme toegankelijkheid
vingers streelden
scherpe kanten zonder 
dat zij direct sneden
hogere sferen
lieten welkom in
begeleiding uitproberen
je ogen schonken mij
de euforie van zoete
ballades en euritmie
je stem omfloerste
met een subtiel lief gebaar
waar ik zo kwetsbaar was
en in je lach ben ik 
totaal de wereld kwijt in
de al voltooid toekomstige tijd
Jij
ja, lieveling, niemand 
heb ik liever dan jou.
je bent het mooiste in mijn leven
ik zie een lach op je gezicht 
wanneer je naar me kijkt
je prachtige liefdevolle ogen zijn zo mooi
ja, ik ben heel gelukkig met je
bij jou vergeet ik al mijn leed
ik heb zoveel verdriet gehad, 
het was haast niet te dragen
ik heb zoveel pijn gehad.
maar nu ben jij gekomen,
liefste lieveling
bij jou verdwijnt al mijn verdriet
ik heb je lief en weet 
dat jij me ook liefhebt.
tederheid en liefde voelen wij voor elkaar.
ja de liefde is wel het allermooiste.
allerliefste lieveling.
kleinood van me...
De beweging
ik deelde
de beweging
die jij was
het eigenwijze
huppeltje voelde ik
diep in mijn hart
je lach 
plaveide 
klaterend muziek
ogen bloeiden
een wiegende 
vioolcomposiet
in samen gaan
lieten wij pardoes
de verschillen staan
we verbonden
de gronden tot 
hemel en aarde
paarden 
eenheid tot
eindeloos geluk
In eigen dromen
zij waren aan
elkaar gewaagd
nooit had hij 
haar gevraagd
het was niet bij 
hem opgekomen
soms dansten
vlinders kleuren
op de ruiten
konden zij 
verrukt voor 
eventjes naar buiten 
om daarna
te besluiten dat
het goed was
op een mooie
lentedag om 
samen te verkeren
toch zat er
diepte in zijn blik
als hij te lang
haar kant op keek
en zag hoe zij
het haar goed deed
zij was hem
graag nabij
in zijn rust 
en stille kracht
voelde zij zich
warm en blij 
later heb ik
nog eens van
hen vernomen
zij zijn toch gaan 
samen wonen wel
ieder in zijn eigen dromen
Op een zomeravond
op een zomeravond was ik
doezelig en lui
ik lag in het heerlijke gras
en zat aan niets te denken
maar sliep heerlijk.
ik genoot met volle teugen
ik was helemaal alleen
wat een rust was dat
rust doet zo goed
de uren vlogen voorbij
en ik had een heerlijke
middag gehad
het was heerlijk in het bos
en het weer was prachtig
de zon liefkoosde mij
Een stralende lach
jij bespeelt
het menselijk orkest
met alle emoties
weet onderste stenen
boven te halen
op weg naar de top
nooit ontbreekt 
het aan geestdrift
door stimulerende ogen
in samenspel heb 
jij ook nog oor voor het 
kleine geluid van de bel
zelfs de triangel
heb jij een ereplaats
van drie maten gegeven
om daarna gepast
met een stralende lach
weer afscheid te nemen
Gevangen ruim sop
ving zonnestralen
bij het varen
glinsteringen die 
ik wilde sparen
maar ongrijpbaar
lichtten zij op
in een handvol 
gevangen ruim sop
zij glipten langs
zwarte wolken
kleurden goud 
tegen diep blauw
stofjes schaduw
markeerden bundels
groenden het land
met gods gulle hand
ik heb het begin
gezien van jouw
liefdesthermiek
een warme draaiing
spiraalde omhoog
naar lach en ogen
door in je haar te 
pieken tot herfsttint
om met donkere
wortels in zwart
aan de lange reis
naar de jeugdige
schat in witgrijs 
te beginnen die ons 
vruchten bood met
zacht rood van binnen
Ik heb je lief
lieveling,
te lang blijf je weg
ik kan niet meer buiten je
ik hou heel veel van je
en weet dat je me liefhebt
ik verdien je liefde niet
maar weet toch dat je 
veel van me houdt
ik weet dat je van me houdt
lieveling, je bent de parel 
in mijn leven,
van niemand hou ik zoveel
als van jou
ik weet dat je me liefhebt
mijn zachtmoedigheid en 
gevoeligheid heb je lief
jij bent sterk, gevoelig 
en hartstikke lief
ja, we horen bij elkaar
dank je wel, lieveling, 
dat je me liefhebt
De eerste pijn
vingers raakten
koosden elkaar 
in samen lieve
gebaren makend
lieten met
tikken het 
speelse van
liefde doorklikken
ook het losjes
nonchalant laten
glippen beheerste
wegkijkend het spel
in het roze
décor van verliefd
kenden zij de
grenzen nog niet
maar in het
zoet van de eerste
pijn kristalliseerde
iets heel fijns
een ervaren dat
in totale ontspanning
het hemelse gevoel van 
totaal geluk evenaarde
Hun aanklacht
zij kleurden
de hemel rood
met hun aanklacht
tegen de dood
vlammen 
dansten wellustig in 
momenten die wij elkaar 
gloedvol hadden gegeven
nog zie ik me staan
gedreven en bereid
om ziel en zaligheid aan 
de godin der liefde te geven
niets heeft me 
weerhouden om jou
zielsveel lief te hebben 
in waanzinnige koestering
tot het universum
explodeerde en wij
leerden te overleven
door samen te smelten
wisten dat
de dood in rood
geschreven stond na het 
eerste morgen lichten
het gloeien is voorbij
rest slechts de neerslag
in het nirwana van 
de as en tranen van allebei

