Freestyle Gedichten
Gedichten langer dan 160 tekens.
De pratende vogel
Ik heb een vogel die met me praat,
elke morgen begroet hij me,
met een goedemorgen,
ik antwoord met een prettige dag hoor
Twietie.
Ik hou hele gesprekken met hem.
Hoe hij zich vandaag voelt.
Ik voel me nog een beetje slaperig,
zegt hij.
Nu, ik geef je wel een bakje water.
Dan kan je je daarin baden,
dan word je wel weer een beetje wakker hè.
Je bent erg aardig voor me,
dat moet toch ook zo lief als je bent,
ik vind jou ook lief,
en laat me nu maar uit de kooi,
dan kan ik op je hand zitten.
Zo gezegd, zo gedaan.
En gauw zit hij al op mijn hand.
En geef me lieve kusjes.
Ja, het is leuk om met Twietie te praten.
Een klein wonder!!!
Ik mis je
Lieveling,
door hoeveel dalen moet ik nog gaan,
voordat ik je zie,
het is echt genoeg geweest,
en wil graag dat je nu komt.
Ik val diep zonder jou.
Hou me alsjeblieft vast
en blijf niet ver meer weg,
ik heb je zo nodig
lieveling!!!
Zijn liefde blijft bestaan
Hoe wij ons ook voelen,
Zijn liefde blijft bestaan,
We kunnen komen tot de Vader
met heel ons hart en onze ziel.
Zoals we zijn kunnen we tot Hem naderen.
Mert al onze goede en foute dingen.
Heel ons hart en al onze pijn is bij Hem bekend.
Hij geneest ons dagelijks van onze wanhoop
en geeft ons hoop voor daar in de plaats.
Hij is onze trooster onze schuilplaats.
Here, blijf bij me!
Toen je ging
toen je ging heb ik geen water
achter je voeten
gegooid
zoals het hoort
nu ik dag en nacht wacht op
een teken van leven
(hoewel ik het ook onzin vond)
wenste ik dat ik het wel had gedaan
oh, het maakt me bang mijn lief
dat ik geen water heb gegooid
achter je voeten
omdat het een smeekbede is dat je
behouden terug zou keren
wat had het uitgemaakt
die kleine moeite?
Zijn schaduw
wij overschreeuwden
de dood met
onze eerste ademtocht
hielden zijn schaduw
in groeispurt
buiten ons blikveld
pas later in
verantwoordelijkheden nemen
kwamen we hem weer tegen
risico's werden afgedekt
in gezamenlijk overleg
hoe lang er recht was op leven
met een lach
zijn wij toch onverwacht
als vrienden uit elkaar gegaan
het eeuwige
was voor mijn ziel
al bij de geboorte beschreven
Bij U wil ik zijn
Bij U wil ik zijn,
O Here der Heerscharen
Ik kom bij U
om U te vragen
of U me wilt leiden
naar een toekomst met U
mijn hele hart verlangt naar U
wanneer zal ik U eens ontmoeten
het duurt toch niet meer zo lang
ons leven op aarde is niet gemakkelijk
verlost U ons, Vader, Uwe kinderen!
Je vleugeltjes
Je hebt vleugeltjes
teer en zacht,
lief elfje.
Je vliegt door de lucht
als een libelle
Heel teer ben je.
Ik hou van je
je bent in mijn fantasie
het mooiste wezentje!
Lopen in eigen schoenen
ik draag mijn eigen schoenen
die (bij) mij passen
mijn eigen laarsjes
die mijn voeten heerlijk
omsluiten
ik kijk niet naar wat anderen
doen...die tijd ontbreekt me
heb mijn eigen geliefden
een eigen leven en weet je?
ik heb mijn eigen spiegel
en ben blij met wat ik zie
niets mis mee.
Heb het sterven gemist
heb de muren
met hoop bestreken
weet uit verleden dat er
negatieve gedachten aan kleven
met lichte kleuren
verlangen naar morgen behangen
om het schoorvoetend entree
een warm welkom te heten
nooit kijk ik meer om
heb het sterven gemist
gegidst door het leven om
in vooruitzien alles te geven
Mijn hemelse Vader
Mijn hemelse Vader
is altijd aanwezig gelukkig
Hij kent mijn verdriet
en ik mag alles tegen Hem zeggen
Ik kan alles aan Hem kwijt.
Als Hij er niet was,
was de wereld nog slechter.
dan kenden wij geen vrede
die van boven komt.
Maar de genade van Hem is groot
Hij kent ons door en door
wat is Hij toch groot die Vader van ons
Hoe mooi heeft Hij alles gemaakt.
Hij is altijd welkom in mijn leven
En hoop dat Hij mijn gebeden verhoort!
Wat is verdriet toch naar
Verdriet,
het hoort bij het leven,
maar is niet fijn.
Het is naar om je niet fijn te voelen
een gebroken hart te hebben
je ziel die niet heel meer is.
Verdriet,
het zou er niet moeten zijn,
vrolijkheid beurt het hart op,
maar verdriet drukt het terneer.
Eens zal het ook vrede zijn in mijn hart.
De vrede die van boven komt,
waar ik elke dag naar verlang.
Ik hoop dat het niet lang meer duurt,
ik heb te lang met verdriet geleefd.
Door witte guirlandes
woorden vielen
in waaiers uiteen
door vuurwerk van de zin
strofen
schoten als pijlen
naar ongekende hoogte
cirkelden daar
in steeds snellere vaart
tot een veelkleurig begrijpen
als apotheose werd het gedicht
met een oorverdovende knal
door witte guirlandes uitgelicht
Het witte geluk
hij ziet haar aan komen lopen
zeker drie truien over elkaar
het is een zachte zomeravond
toch heeft zij het koud.
ze heeft het altijd koud
hij kan en zal haar helpen
geeft haar waar ze naar
verlangt. maar voor wat
hoort wat (da's zeker)
zij krijgt haar witte geluk
en hij die gek is op
magere lijfjes
zal van haar genieten
want zo gaat dat
zij zijn afhankelijk van elkaar
hij heeft geen idee dat
hij zieker is dan zij.
Op eigen benen
zij hebben geleerd
in liefde en vertrouwen
een huis te bouwen
nog spelen ze
hun bloementuin
als hemels paradijs
maak ik ze wijs
dat de wereld
niet is wat zij lijkt
zou ze graag behoeden
voor knauwen in vertrouwen
de barsten in het goede
toch laat ik ze gaan
zij zijn in staat om eindelijk
op eigen benen te staan
Oh, hoe ze verlangde
de verboden wereld daar buiten deed haar
dromen. ze kon aan niets anders meer
denken. het was een obsessie geworden
daar was ze zich van bewust.
ze sloot haar ogen in de nacht en ze sloot ze
overdag als de geluiden van de buitenwereld
door het venster naar binnen drongen.
daar was de vrijheid, oh, heerlijke vrijheid.
ze droomde ervan alleen naar de markt te gaan
zonder een sluier om haar gezicht te bedekken
haar haren (stel je voor) vrij lokkend
lachen, praten met wie ze maar wilde.
oh, hoe ze daar naar verlangde.
naar die wereld waarvan ze wist dat hij bestond.
in dit prachtige huis was ze niet belangrijk
vrouw nummer zoveel en behalve hun
man deelden de vrouwen niet veel
ja, toch...
ze droomden allen hetzelfde als zij.
naar buiten in vrijheid, zonder begeleiding
zonder toestemming , zomaar ergens heen.
alleen. oh, hoe ze verlangde.
Hun duizend witte kruizen
zag beelden gaan
wapens in de aanslag
blik op god en vaderland
alleen de benen bleven staan
zij vielen niet
in brokstukken uiteen
sokkels tonen slechts wat rest
hun duizend witte kruizen
het veld van eer
gedecimeerd tot
kaarsrechte gazons komt om
in naamloze herinnering
Omhullen met rood
in spelen met licht
probeerde ik de stralen
een beetje te buigen
ik kon al
wat kleuren in
voorzichtig verschuiven
wilde jou
omhullen met rood
enkel in schaduw gaf jij je bloot
heb licht niet gebogen
het straalde van binnen
warm en intens uit je ogen
Altijd nat
eens was ze een mooi trots Afrikaans meisje geweest,
ze had een mooie sterke man getrouwd.
nog zo jong geweest toen ze zwanger werd.
wat waren ze blij.
maar het mocht niet zo zijn. na vier dagen van vreselijke pijn,
werd hun kindje dood geboren.
haar blaas was ernstig beschadigd en ze zou vanaf die dag
altijd nat door het leven gaan.
haar mooie sterke man verliet haar, wilde niets meer van haar weten.
hij stuurde haar terug naar haar familie...
die bouwden met tegenzin een hutje voor haar.
ver buiten het dorp.
men zou haar eens kunnen ruiken, nietwaar?
een jaar had ze dat volgehouden..
urine stroomde altijd uit haar, net als haar ontlasting.
ze stonk en haar huid ging kapot. ze wilde dit leven niet meer.
zij, mooie trotse dochter van Afrika,
ze liet zich zelf uitdrogen tot ze geen urine of ontlasting meer verloor.
ze had geen benul dat er wel degelijk genezing voor haar was.
dat hoorden haar ouders na haar dood pas.
eens was ze een mooie trotse meid , geboren in Afrika.
9 november 2009
Je bent thuis
Je hebt een thuis gevonden
zo schuw als je eerst was
ben je nu tam
je bent lief
en nu alvast al mijn hartendief
Een mooie grijze kleur
Zo zacht als je bent
een aai hier, een aai daar
het mag van jou allemaal
Spinnen kan je goed
miauwen nog meer
heb je een zacht plekje gevonden
op onze schoot
weet je wat je met je nagels doen moet
gaat het met jou helemaal goed
Je hebt een thuis gevonden
eerst moest je niets van ons weten
nu weet je niet beter
God heeft jou, naar ons gezonden
Volledig vertrouwen
is er nog niet
dat moet worden opgebouwd
maar ooit ben je echt onze kat
van iemand misschien ...
die jou aan je lot overliet
Een stil gebaar
je raakte
voorzichtig
mijn arm aan
een stil gebaar
in zoeken
naar contact
er was
geen vonk
die oversloeg
wel een
warme gloed
uit onbekende bron
die licht
pulserend door
mijn aderen joeg
het hart bereikte
toen onze ogen loken
in wederzijdse groet

